Was alle rest maar stilte
Elke dag – ik beken – sta ik voor mijn ‘poëziekast-van-jaren-her’ en lees ik bijna
ritueelgewijs een toevallig gekozen gedicht. Vanmorgen, Valentijnsdag, en er hangt om 6:40 u. nog
een volle maan voor mijn schrijfraam, is dat het derde gedicht uit de cyclus ‘Het
schaduwarchief’ van Hans Tentije. De cyclus staat in zijn verzamelbundel ‘In
het ongewisse’.
De Volkskrant schreef over Tentije: “Een halve eeuw
werkte hij aan een van de mooiste naoorlogse oeuvres in de Nederlandstalige
poëzie; volstrekt a-modieus en nooit om aandacht schreeuwend, maar wel van
constant uitmuntende kwaliteit.”
En kijk, ik weet, en dat niet alleen sinds vanmorgen: daar is geen woord van gelogen,
noch overdreven:
Het Schaduwarchief - Gedicht III
Rivieren dragen tonnages zware aken
die met hun schroefbladen slib, verboden sedimenten
loswoelen, het ijs stukvaren en de schotsen
naar de wal stuwen, de nevel
dringt intussen door je kleren heen -
stapvoets nadert er vanuit een zijstraat, muziek
voorop, een kleine bruidsstoet, gelukkig
sterft het lawaai van de ambulance langzaam weg
terwijl je door kamers dwaalt met vlekkerig, bekrast
behang en slecht opgelapte parketstroken, geuren van parfum
ondanks de open tuindeuren, naast een pendule
en snuisterijen een paar ingelijste foto’s
waarop je niemand meer, laat staan
jezelf, herkent
of er soms ergens in deze vertrekken iets bestaat
dat je aanwezigheid rechtvaardigt, je een sluitend alibi
voor een heel verleden verschaft -
was alle rest maar stilte
© Hans Tentije
Dichter Hans Tentije overleden: de Edward Hopper van deNederlandstalige poëzie
(De Standaard - n.a.v. het overlijden van de dichter in 2023)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten