donderdag 31 december 2020

Beestig in Damme!

Wat een verademing is het om in deze knerpende tijden zonder sneeuw weer ’s de Weg van de Schoonheid en de Troost te kunnen gaan! We hadden hier en elders al veel mooie dingen over "Beestig”, de derde editie van het Damse Stadsfestival, gehoord en gelezen. 

Laatst waren we er en kwamen helemaal in Damme thuis! Beestig en wel! Het was koud die vrijdag de achttiende en het waaide enkele felle beaufortjes over de poëzieroute heen maar niets bleek ons te kunnen deren. "Over hellevarkens en andere dieren" gaat het hier. En zegmaar in velerlei vormen. 

Wie van een tentoonstelling minstens vijf écht beklijvende beelden in zijn hoofd mee naar huis mag nemen heeft voorwaar iets moois gezien. “Beestig” is een zéér goeie reden om de komende weken ’s geheel en al coronoproof naar Damme af te zakken. Nog tot 21 maart 2021! (“Als de lente komt!”) 

Meer info: Stichting IJsberg

Op Facebook: “een klein beestig albumpje” 

#Stadsfestival Damme #beestig #StichtingIJsberg #Stadsfestival

Greet Desal: Faun


 

 

 

 

 

 

 

Greet Desal:Faun



Ben Benaousse: Sheep head


 

 

 

 

Ben Benaousse: Sheep head

Jan Verhaeghe: Objet Censuré


 

 

 

Jan Verhaeghe: 'Objet censuré'

Jeroen Eisinga: Sehnsucht



 

 

Jeroen Eisinga: Sehnsucht

Nel Bonte


 

 

 

Nel Bonte

Wouter Feyaerts: Billie en Elvis



 

 

Wouter Feyaerts: Elvis en Billie

Anna Lange Sideway Scenery II

Anna Lange: Sideway Scenery II
Sven Verhaeghe


 

 

 

Sven Verhaeghe

Molen @ Damme Molen @ Damme

 Zicht @ Damme-City

Zicht op Damme City
Schors & Boom @ Damme-City

Schors & Boom @Damme



Wat een verademing is het om in deze knerpende tijden zonder sneeuw weer ’s de Weg van de Schoonheid en de Troost te...

Geplaatst door Paul Rigolle op Woensdag 30 december 2020



vrijdag 25 december 2020

Brighton by the sea

Kan het dat het beeld dat een ander van iets heeft gemaakt volstaat? Dat het dé reden is om ooit ’s ergens te willen zijn? Kunstenaar Isidoor Goddeeris maakte met latjes en stokjes en wat lijm een voorstelling van een van zijn vroegste herinneringen. Ooit was hij in Brighton en liep er op de pier alsof het Blankenberge was. En zo komt het dat je in het bezit bent van een beeld dat je koestert en dat lokt en lonkt en zegt: Wanneer kom je dan? Wanneer sta je zelf ’s op die pier, daar in Brighton by the sea?

(In de reeks: ‘Schrijf in navolging van Pascal Cornet ook ’s een Drabble’)

#schrijfookeenseendrabble #drivinghomeforchristmas #writingforbjorg #drabble #100woorden

Bovenstaande foto van een werk van Isidoor Goddeeris siert ook de kaft van mijn recentste dichtbundel "Tot het bestaat".




Kan het dat het beeld dat een ander van iets heeft gemaakt volstaat? Dat het dé reden is om ooit ’s ergens te willen...

Geplaatst door Paul Rigolle op Vrijdag 25 december 2020



dinsdag 22 december 2020

Adopteer een weesgedicht!

Aalst hangt bij de komende Gedichtendag vol weesgedichten. Ook een gedicht van mij kon worden geadopteerd: "Recht". "Het weesje" heeft ondertussen een raam gevonden! Veel dank aan Utopia Aalst!

Meer info via: https://weesgedichten.aalst.be

🖋 weesgedicht 🖍 zkt 🖌 adoptieraam ✏️ In het kader van de poëzieweek 2021 (28/01 tot en met 03/02/21) lanceert Utopia...

Geplaatst door Utopia Aalst op Dinsdag 22 december 2020





zondag 20 december 2020

Het Land van Streuvels - Dag 14



Dagen in het Streuvelshuis - Dag 14.

(zondag 22 november 2020)


 

 

 

 

Vijf lettergrepen vol magie.


Op de laatste zondag van mijn verblijf wandel ik in de voormiddag nog ’s tot in het Centrum van Yvegem. Het Lijsternest bevindt zich op nauwelijks een halve kilometer afstand van de zijmuur van de kerk waar Stijn Streuvels broederlijk naast Hugo Verriest begraven ligt. De bietenkarren hebben smurrie en modder achtergelaten langs de steenweg. Kastanjes en eikels kleuren de stoepen. Dode bladeren. Er zijn notenschelpen die de kraaien hebben laten vallen en waarop het lekker trappen is. De herfst zal niet schitterend zijn, ze is het al.

De kerk is dicht vanwege, wat had je gedacht Covid19. De rooie brievenbus van Bpost heeft een mijter op. Kinderen kunnen er hun liefste Sint-Niklaas-brieven in kwijt. Wat zou ik er zelf ’s in stoppen? Een kattebel of een Klaasgedicht? Een droedel of een drabble? In het centrum van het dorp is Streuvels overal. Aan de overkant van de kerk wordt een appartementsgebouw opgetrokken. Naam, kan het anders: 'Residentie Streuvels'! Er is een Schellebellestraat en een Schellebellebeeld. Café d'Halve Maan, helaas dicht nu, was zijn stamcafé en zorgt voor take-away met de feestdagen.

Het motregent. Het smuikt. Het kan hier best wel somberen vermoed ik, wanneer de novemberzon dagenlang niet thuis zou geven. De voorbije weken heb ik geluk gehad. Fijn herfstweer was het vaak. Uitstekende wandel- en fietscondities. Vandaag is dat anders. Mistroostigheid alom. De sfeer neigt naar het unheimliche gevoel van wie een afscheid voorbereidt. Ik weet dat Streuvels voor dit mistroostige weer honderd namen had. Zijn taalrijkdom werd en wordt nu wel als ‘particulier’ beschouwd maar de adem van zijn statige proza evoceert nog steeds de poëzie van het volle leven.

Eenmaal terug in Het Huis hou ik het voor de rest van de zondag op lezen. Ik heb Digther-copain Alain Delmotte beloofd om ’s zijn tekst over ‘Het prozagedicht’, zowat hét (of dé) dada van Alain, na te lezen. Bedoeling is dat de tekst najaar 2021 in een boek terechtkomt dat zijn essayistische teksten zal verzamelen. Eerder werden stukken uit ‘Het prozagedicht’ op ‘De Schaal van Digther’ gepubliceerd

Het Prozagedicht’ is een wat taaie maar erg boeiende tekst. En daarin kom ik opnieuw dat wonderlijke woord of begrip ‘het reinontsprongene’ tegen. Het woord trekt mij aan, en trekt aan mij, hoewel ik nauwelijks notie heb van wat het betekent. Alain heeft het over de Franse dichter Philippe Jaccottet die het begrip bij Hölderin haalde. Het komt voor in diens gedicht ‘Der Rhein.‘:‘Ein Rätsel ist Reinentsprungenes’. Ad den Besten vertaalde dat als ‘een raadsel is ’t reinontsprongene’. Voor Jaccottet gaat van dit gegeven een bezwerende kracht uit en het doet zich in sommige dichtwerken voor als datgene wat wij als ‘subliem’ ervaren. Mister Google kent natuurlijk wel Hölderlin en ook 'Reinentsprungenes' vind je in het Duits meer dan genoeg terug: „Ein Räthsel ist Reinentsprungenes“ ist eine von Hölderlins bekanntesten Gnomen, knapp formulierten Einsichten, wie sie Pindar verwendete". 

Het leuke is wel dat het woord in de Nederlandse betekenis, lees vertaling, slechts 'twee treffers' oplevert. En ze verwijzen alletwee naar Alain. Het reinontsprongene! Het rein-ont-sprong-e-ne... Voor mij: vijf lettergrepen vol magie.

Ik kijk licht gegnomatiseerd op en registreer hoe tegen de middag hier en daar nog een wandelaar voor Het Raam door mijn blikveld trekt. Ergens naar op weg. Of gewoon doelloos nergens heen. Om dan verderop in een plooi van het Tiegemse landschap te verdwijnen. En er later weer op te duiken op een plaats waar ik hem nauwelijks nog kan ontwaren. Zou Streuvels iets met Friedrich Hölderlin hebben gehad, vraag ik mij af als ik mij opnieuw doorheen zijn huis beweeg. Ongetwijfeld wel, zijn liefde voor de Duitse cultuur kennende... Een af en toe comprommiterende liefde die hem later na de oorlog(en) meer kopbrekens bezorgde dan hem lief was, en die er bij hem ongetwijfeld zal hebben ingehakt, al is dat alweer een ander verhaal. Een van de vele die zelfs een halve eeuw na datum nog rond Streuvels blijven overleven.

Na het middageten begin ik stilaan aan opbreken te denken. Of noem ik het beter inbinden? Of afbouwen? Mijn dagen in het Streuvelshuis zijn geteld. Dag veertien loopt naar zijn einde. Nog een laatste nacht rest mij hier. Gelukkig heb ik niet veel om in te pakken. Mijn bagage had ik bij mijn vertrek al beperkt tot het absolute minimum. Wat kleren, een aantal boeken en een laptop. Meer heeft een mens niet nodig in een schrijvershuis. Toch kom ik straks met zoveel meer thuis dan dat ik meegenomen had.


#Blauwenotities #demanmetdeleesbril #erziteenStijntjeinmijnschoen #hetlandvanstreuvels 















zaterdag 19 december 2020

Het Land van Streuvels - Dag 13

Dagen in het Streuvelshuis - Dag 13.
(zaterdag 21 november 2020)


 

 

 

Een hart van koekebrood.

Muziek een stortbui uit wijde galmgaten. Psalmen
voor een ver verschiet.
(Jo Gisekin)

Muziek? Jazeker hield Streuvels van muziek! De pianola die hier in de woonkamer staat is daarvan de stille maar wonderlijke getuige. In Nederland, lees ik, noemt men “dit vreemde ding waar muziek uitkomt” een ‘kunstspelpiano’. Het woord beschrijft perfect wat deze robotachtige piano (met een hart van koekebrood) voorstelt. Graag had ik wel ’s gehoord hoe die pianola live en in het écht klinkt.

Muziek...Van Streuvels is uit zijn jonge jaren in Avelgem bekend dat hij als zanger een felle baritonstem had. En ook uit brieven aan zijn oudste dochter Paula spreekt Streuvels’ liefde voor muziek. Hij meldt terloops dat hij in Duitsland ‘een heelen hoop’ muziek heeft gekocht. “Sonaten van Beethoven, Mozart, Haydn, verder stukken van Chopin Grieg, enz. Zie nu maar dat gij nu goed muziek leert lezen, opdat gij er gauw mee wegkunt, alles te spelen.” (Bron: ‘Stijn’, Jo Gisekin, dochter van Paula)

Op de pianola staat een partituur van Edvard Grieg’s ‘Nordische Weisen' – Opus 63’. De gedachte dat die hier altijd, misschien wel ten eeuwigen dage op deze plaats - op de pianola - zal blijven staan is aandoenlijk in haar hang naar en in het beeld dat ze oproept van “onveranderlijkheid”. Grieg, Scandinavië en de Oudnoorse mythologie waren belangrijk voor Streuvels zoals dat onder meer blijkt uit het 15° jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap uit 2009.

Zelf brengt, als ik aan Grieg denk vooral, Peer Gynt naar het toneelstuk van Hendrik Ibsen, bij mij oude dingen die voorbijgaan terug. Mijn eigen grootvader, een aardig verteller, diste zelfs verhalen op die hij aandikte met volkse elementen uit de Scandinavische sfeer. Vroege herinneringen die mij laten afdwalen. Eén ding heeft dit verblijf mij wél duidelijk gemaakt: zonder de muziek, en zonder de radio, zou ik het hier de voorbije weken niet hebben gered. Men mag mijn televisie op een dag naar het recyclagepark brengen, daar zou ik geheel niet om rouwen. De radio en de muziek daarentegen... Dat is niet iets wat iemand als ik wil of kan missen…

Misschien is dit dan ook het goeie moment om het ootmoedig toe te geven en te zeggen dat ik het uiteindelijk toch heb aangedurfd! Misschien wel als een van de eersten hier, wie zal het zeggen. In de gewijde stilte van de werkkamer van Mijnheer heb ik een aantal van mijn spotify-lijstjes laten spelen… Het klinkt blasfemisch maar weet dat ik het wel zeer ingetogen heb gehouden. Niet de muziek die ik voorbehouden hield voor de Residentie. Niet het wat ‘hardere’ werk als dat van die eeuwige Hendrix van mij. Of Neil Young en Stevie Ray Vaughn. Ook een aantal van dé platen van het haast voorbije Coronajaar zoals het recentste werk van Dylan, Springsteen of Nick Cave toch genoemd mag worden, hield ik exclusief voor als de nacht inviel in mijn residentiestudio. Idem dito voor de West-Vlaamse barden als Filip Kowlier, het Zesde Metaal, Wannes Capelle en onze eigenste man uit Bruhhe, Brihang die ik sinds ik hier verbleef zal blijven parafraseren door te zeggen dat er ook bij mij weliswaar geen Steentje maar ‘een Stijntje in mijn schoentje zit’.

Nee, in Het Huis - mijn schroom blijft groot in Deze Tempel van de Literatuur – liet ik mezelf (en wie hier nog allemaal mag wonen) enkel en alleen het ‘zachtere werk’ horen. Veel jazzy melodieën dwalend tussen evergreen en bluegrass, waren dat… Melanie di Biasio, Nathalie Loriers, Naima Joris… Of zij die voldoende hebben aan een Voornaam: Patsy, Emmylou, Ella, Billie, Sarah, Taylor… . En zelfs Mira! En dat niet enkel en alleen vanwege de Streuvelsecho in haar naam. Het verbaast mij dat de zangeres die ik voor het eerst hoorde op de openingseditie van ‘Literaire Living’ nog altijd stevig aan haar muzikale weg moet timmeren. Komend voorjaar brengt ze met ‘Heilig Hart’ een nieuwe plaat uit, haar vijfde al. Zou niemand dan hebben gemerkt dat Mira er al vier platen lang al helemaal staat?

Wel opvallend toch hoe mijn lijstje voor Het Huis enkel uit dames bestaat! Een voor een troost- en Soelaasbrengende Engelenstemmen zijn het die ik in dit leven niet wil of kan missen. Ze brengen en maken muziek die in staat is om elk hart van koekebrood weg te laten smelten. Streuvels overleed in 1969 toen het Woodstock-festival dat voor mij, schuchtere snaak nog, voorgoed de nieuwe tijd zou inluiden, in volle gang was. In al die decennia moet hij, die zelf nog de commerciële uitvinding van de Radio en de Grammofoon heeft meegemaakt, zowat de hele moderne muziekgeschiedenis hebben zien passeren. Passing away. And here to stay. Tot Beatles, Stones en The Lovin' Spoonful toe. 

Al die mooie stemmen van de wereld! Voor mij geloof, hoop en liefde in bange dagen. Ik ben er zeker van dat ook Streuvels ze nooit had willen missen.

#Blauwenotities #demanmetdeleesbril #erziteenStijntjeinmijnschoen #hetlandvanstreuvels

Ps. Ook geef ik hierbij toe dat ik lang heb getwijfeld: schrijf ik bovenaan dit stukje nu 'koekebrood' of 'koekenbrood'?








vrijdag 18 december 2020

Het Land van Streuvels - Dag 12

 

 

 

 

 

 

 Dagen in het Streuvelshuis - Dag 12.
(vrijdag 20 november 2020)





 

 

De Erker in de kamer.

Lijsternest-coördinator Thomas Jacques, zelf ook een aanstormend jong literair talent, vroeg me enkele dagen geleden om ’s na te denken over een antwoord op de vraag ‘Wat vind jij jouw lievelingsplek in het Streuvelshuis’? Het is een van de vragen die hij me deze vrijdagnamiddag wil stellen tijdens de opname van een podcast. Dezelfde vraag legt hij overigens aan elke resident voor. Ik hoor dat Luuk Gruwez, mijn directe voorganger hier, als zijn stek van voorkeur het … hondenhok liet optekenen. Niet mis mee en een mooie keuze.

Het Raam als dé plek van het Huis aanduiden vond ik dan weer wat al té makkelijk. Toch een beetje té zeer voor de handliggend. Na wat geprakkiseer en voor de zoveelste keer een traagzaam avondlijk rondje in het Huis te hebben gelopen opteerde ik uiteindelijk voor ‘de Erker’ in de woonkamer. Gelegen aan de kant van de Steenweg is daarin enkel plaats voor twee stoelen en een tafeltje. Niettemin is het een ideaal plekje om er in de namiddagzon een kopje koffie of thee te drinken. Wellicht, zo beeld ik mij dat in, met een puntje zelfgebakken taart toe. Of het zou moeten zijn dat Streuvels, net bakker-af-zijnde,  maar weinig had met patisserie?

 


Er is een foto die dateert van net rond de periode dat Streuvels met zijn kersverse echtgenote, Alida Staelens, het Lijsternest is ingetrokken. Op het kiekje dat door Streuvels zo rond 1905-1906, met glasnegatieven nog, moet zijn genomen zie je Alida zitten lezen. Of ze wekt toch die indruk. Op de een of andere manier vind ik dit een mild-ontroerende foto. Het echtpaar is pas samen, de kinderen zijn er nog niet en Streuvels heeft net de vijf-jaarlijkse staatsprijs gekregen. Een oorlog ligt nog lang niet in het verschiet. Alles lacht het jonge koppel toe. Uit de foto spreekt niks dan ‘huiselijk geluk’. De Erker dus!

De opkomst van de podcast als gepersonaliseerde media-vorm is niet meer te stuiten. (Leve de webfeeds...)  In de voormiddag blijkt Thomas zelf ook als hoofdfiguur in een podcast te fungeren. Marieke de Maré, radiomaker en docent woordkunst, die dit jaar ook overtuigend als schrijfster debuteerde met de intimistische roman ‘Bult’ komt op bezoek in het Lijsternest. Voor Erfgoed Zuidwest maakt ze een opname met als thema ‘Hoe bewaar je de ziel van een overleden schrijver?’. (#erfgoedmysteries) Aan het eind van haar bezoek treedt ze samen met Thomas ook nog ’s binnen in de Residentie waar ik zit te werken. (Gelukkig is mijn bed opgemaakt met dat Alida-dons). Eerder hoorde en zag ik Marieke al op 4 oktober 2020 op 'Lees meer' in het Brugse concertgebouw. Ze werd toen over 'Bult' geïnterviewd door Ann De Bie. Samen met Manon Uphoff en nog een schrijvende favoriet van mij, Sander Kollaard.

Marieke heeft met mij mijn geboortedorp gemeen: Koolskamp. En of dat meteen een band schept! Streuvels kende dat geboortedorp van ons trouwens vrij goed want zijn vriend, de volksschrijver Warden Oom (Edward Vermeulen) heeft er een tijdlang gewoond. In de bibliotheek van Streuvels steekt zo goed als het volledige werk van Warden Oom, die als schrijver bijna over heel de lijn schatplichtig is aan Streuvels. Al was Streuvels, als je dat goed en wel beschouwt, eigenlijk net zo goed een 'Volksschrijver'.

In “Nalatenschap” een postuum verschenen boek van Edward Vermeulen dat hier in de bibliotheek staat, lees je over Koolskamp in Wereldoorlog 1 de navolgende passage:

Koolskamp ligt in doodstrijd. Het wordt gebombardeerd, gemitrailleerd en beschoten, gruwelijke ontploffingen doen onze kelder schokken en kraken. Wanneer we buiten kijken zien we geen kerktoren meer. Wat later vliegt de molen, dicht bij onze villa, met een geweldige slag en gekraak uiteen… De Mosselmarkt vliegt met oorverdovend geraas en geschok in een stofwolk de lucht in. Tegen de avond en geheel de nacht door, trekt het Duitse leger achteruit. Ze vluchten. Magere, afgebeulde paarden trekken de wagens voort, volgeladen met allerhande tuig, en aan die wagens liggen nog karren vast, stootkarren, rollewagens, beladen met ransels en geweren…
(p90 – Nalatenschap van Edward Vermeulen)

Over de middag word ik - zoals dat wel meer gebeurt - vanuit het niets opgebeld door een Nederlandse dame. Van een of andere mij onbekende verbruikersorganisatie. Ze slaat, vind ik,  een wel héél vertrouwelijk toontje aan voor iemand die mij niet kent. Of ik? En indien ja? En waarom niet? Ik hoor mezelf al snel en nogal kort en kordaat het gesprek afsluiten. Ik moet zeer onvriendelijk klinken. Korzelig ook. Nors. Zoals Streuvels naar verluidt vaak moet geklonken hebben toen hij gerust gelaten wilde worden… Een en ander lijkt hier wel besmettelijk. Al is dat gelukkig niet in de dit jaar biezonder bekend geworden pandemische vorm. Ik hoop alvast dat ik in de namiddag tijdens die Podcast met Thomas wat minder kort van stof kan zijn dan daarnet aan de telefoon en verzoek alvast de Heer Stijn om zich straks liefst niet te veel in ons gesprek te mengen.


#Blauwenotities #demanmetdeleesbril #erziteenStijntjeinmijnschoen #hetlandvanstreuvels





donderdag 17 december 2020

Het Land van Streuvels - Dag 11


Dagen in het Streuvelshuis - Dag 11.

(donderdag 19 november 2020)


 

 

 

In onsterfelijk Brunswickgroen.

De dagen vorderen. In de voormiddag en ‘s avonds schrijf ik. Ook mijn Lijsternest-notities lopen uit… Het wordt straks nog een fijn karweitje om er wat orde in te scheppen. De mensen van Passa Porta hebben mij immers gevraagd om na afloop van mijn verblijf hier een ‘literair spoor’ na te laten. Geen probleem, maar dat wordt nog hevig snoeien in de wildgroei die ik hier stilaan bij mezelf aantref.

Fietsend en wandelend in de namiddagen met mooi weer vertakt ook het fysieke spoor van dit 'Land van Streuvels' zich in andere sporen. Van Grijsloke (Gijzelbrechtegem met die zware klim naar de kerk) tot aan de Mirabrug van Rugge… Die brug stelt overigens niet zo veel voor, vind ik. Het mag geen toeval heten dat de bekende film ‘De teleurgang van de Waterhoek’, uit 1971 van Fons Rademakers (met Hugo Claus als scenarist!) niet hier is opgenomen maar op een meer passende locatie op grondgebied Hamme. Als ik aan die verfilming van het boek van Streuvels terugdenk moet ik altijd ook, beetje raar maar waar, aan ‘Le déjeuner sur l’herbe’ van Manet denken. De schuld van Willeke van Ammelrooy natuurlijk want in de film is ze om helemaal bij weg te smelten en Jan Decleir beweegt zich zoals een man zich moet bewegen in de viefste periode van zijn leven…

Ik volg de Schelde in Avelgem, ga er de kerk binnen. Ik blader in het ‘gastenboek’ (“Dank voor de bekomen gunst”), zoek een bakker…. Ik ontdek op het Poëziepad van A tot Z de gedichten van Philip Hoorne en Tom Smits, hou halt in Celles, geprangd zittend tussen Vlaams en Waals gewest. Langs de Schelde laat ik Outryve rechts liggen, rij even later langs het Kanaal Bossuit-Kortrijk. Het kanaal is gegraven in 1857, niet eens twee eeuwen geleden dus. Hoe zag de wereld er uit zonder dit kanaal?  Zonder dit water dat nu een beetje dikweg doorheen of langs de weilanden en dorpen stroomt.

Bij het lieflijke Sint-Pietersbrugje aan een oude kanaalarm in Moen dat in de tijd van Streuvels nog met de hand moest worden opgehaald en waar een rosse kater de hele tijd rond mijn benen draait en draalt, neem ik alweer veel te veel foto’s. Ook dat wordt nog een ander fijn karweitje om al die foto’s in hun chronologische mapjes te stoppen. De pittoreske Sint-Pietersbrug, een prachtig staaltje van industrieel erfgoed werd vorig jaar grondig gerestaureerd en staat nu te pronken in onsterfelijk Brunswickgroen. Ik lees: “het is een manueel geklonken ophaalbrug van het Hollandse type met open vakwerk”. Mooi lieflijk ding waar ook Astrid Haerens in haar ‘Luisterfiets-podcast’ aandacht voor heeft. Moet ik thuis ’s opzoeken, die podcast. 

Een andere keer volg ik voorbij Kaster een stuk van de ‘Elfstenentocht'. Bij 'Meubelen Gloria' kan ik niet anders dan vanwege Gloria, de film noir, aan John Cassavetes denken, de man aan wie ik een aantal posthume poëtische brieven schreef. In Anzegem waar de afgebrande kerk een zo pijnlijk-desolate impressie achterlaat (“als het skelet van een mens”), laat ik mij fotograferen bij de gedenkplaat aan het geboortehuis van Aurèle Vandendriessche. De jongeman aan wie ik vraag om voor mij het particuliere kiekje te maken, zet zijn meest vertwijfelde blik ooit op. De vraagtekens springen, als dat al kan, uit zijn gemaskerd gezicht vandaan. Aurèle Wie? Ja, Aurèle Vandendriessche, de atleet die meer dan een halve eeuw geleden niet één maar twee keer de marathon van Boston wist te winnen. Een Streuveliaanse prestatie vind ik dat nog altijd.

Samen met M. die mij op zaterdagmiddag gezelschap komt houden wandel ik van de Waashoek tot aan het huis Ten Berghe van Valerius de Saedeleer. Van op afstand groeten we, bijna al aan het Sint-Arnolduspark in Tiegem gekomen, onze jazz- en kunstvrienden Mieke en Richard van de fruithoeve Dôlage… Zo zonde dat dat van op afstand moet! Want daar zijn ze weer volop in ons gezelschap: die kwaaie Tante Corona en die Slissende Nonkel Covid met zijn bijzonder kwalijke afdronk! Op de Tiegemse tegelpaden die nauwelijks een man breed zijn, zijn wij tot onze verbazing zowat de enigen die naar ons mondmasker grijpen… Er hangt voorwaar een schaduw over mijn Lijsternest-verblijf.

Hier aangekomen in volle tweede lockdown merk ik hoe het Faliekante Virus, zoals elk ander dorp ook Ingooigem - Yvegem voor de vrienden - heeft geparalyseerd. Voor mij is er dan ook (voorlopig) geen verpozing weggelegd achter een koffie in d’Halve Maan, geen etentje in de Welriekende Dreef… Geen bezoek aan de gesloten ‘papieren’ dorpskerk zoals men die soms vanwege haar lichtinval wel 's wil omschrijven… Geen afstandsloze en gemoedelijke gesprekken met de inwoners. Over Streuvels, Sep Vanmarcke en andere dingen… Niet eens een hand te kunnen geven aan de verantwoordelijke jongens hier die in die korte tijd mijn vrienden zijn geworden. Het is me wat!

 

#Blauwenotities #demanmetdeleesbril #erziteenStijntjeinmijnschoen #hetlandvanstreuvels











woensdag 16 december 2020

Het Land van Streuvels - Dag 10


Dagen in het Streuvelshuis - Dag 10.
(woensdag 18 november 2020)


 

 

 



Burlend hert

Mijn verblijf hier snelt naar zijn eindpunt. Ik ben al bij de woensdag van mijn tweede week aanbeland. Nog vier intense dagen te gaan. En plots merk ik – door het Raam van de ochtend kijkend – dat het ‘burlend hert’, een ‘postuurtje’ dat doorheen al die jaren op zowat alle foto’s van het iconische raam is meegefotografeerd een stuk van zijn of haar rechterachterpoot mankeert. Een mankepoot van een hert? Vreemd, pas nu merk ik het op.

En ineens overvalt mij de gedachte dat ik – hoe intens ik ook mag gekeken hebben – aan het eind van mijn verblijf nog wel meer dingen in dit Streuvelshuis zal hebben gemist. In de gids voor Het Lijsternest vind ik de oorsprong van het hert, dat ik in mijn verbeelding te pas en te onpas luid laat burlen, niet terug. Het witmarmeren geitje midden het Raam, dat is dan wel weer zeker, is afkomstig van Streuvels' oom, Guido Gezelle. Ik laat niet na om het 's goed en liefkozend in mijn handen te nemen. Misschien, je weet maar nooit, stroomt een brokje van de Gezelle-bevlogenheid en een toefje van diens energie hiermee wel op mezelf over. (Smiley!).  

Bibelots zijn er anders genoeg in het Streuvelshuis. Ze staan hier ook een beetje overal. Volgens Jo Gisekin was haar grootvader daar echt verzot op. In zijn laatste levensjaren gaf hij er zelfs regelmatig aan Jo/Leentje cadeau. Zoals, laat ze weten, een schattig presse-papier-tje in verlorenwastechniek dat een muisje voorstelt en nog een aantal andere kleinoodjes die haar dierbaar zijn.

Wat mij samen met de gekwetste achterpoot van het hert ook niet echt duidelijk is eigenlijk, is de lengte van de Heer Streuvels. Hoe groot was onze Stijn eigenlijk? Misschien een wat triviale vraag, maar toch... Van zijn reispaspoort dat achter glas op het tafeltje van zijn werkkamer ligt kun je het alvast niet aflezen. Groot – in de fysieke betekenis van het woord - kan hij, zoals anderen dat hier voor mij ook al hebben opgemerkt, niet zijn geweest. Achter de brede schrijftafel voor het raam dat is aangepast aan zijn gezichtshoogte druk je met je knieën meteen tegen de onderkant van het oppervlak. Het lijkt alsof je de tafel met je bovenbenen omhoog kunt tillen… Misschien moet iemand dat voor mij maar 's uitvlooien? Thomas? Jurgen?

Maar ach wat, er zullen na mijn verblijf nog wel meer vragen onbeantwoord blijven. Streuveliaanse en andere. Erg is dat niet. Want niet alleen wat je hier intens ervaren hebt maar evengoed de dingen waarvoor geen antwoord of verklaring is, of die je niet eens hebt opgemerkt, neem je, zoveel is zeker, straks weer mee naar waar je vandaan komt, glorieus mee naar dat eigen schrijfhonk van jou.

Wat niet belet dat ik hier de laatste dagen mijn zintuigen en vooral ook mijn ogen op scherp zal houden. Want alles, alles immers begint met goed te kijken. Altijd en overal. Nooit was dat anders!


#Blauwenotities #demanmetdeleesbril #erziteenStijntjeinmijnschoen #hetlandvanstreuvels