zaterdag 25 augustus 2018

Als een nevel - Zeven vormen van onvoltooidheid

Nu we de warmte van de Hondsdagen van die verhitte zomer van laatst alweer even achter de rug hebben, mag het wat ons betreft “flink wat koeler”. En... mogen de teksten die ons - ietwat highbrow of niet - dagelijks bereiken best weer wat zwaarder op de hand gaan liggen. Het recentste zomernummer van de Witte Raaf (nr 194) staat op allerlei manieren stil bij het ogenblik wanneer een kunstwerk zijn eindpunt bereikt. Of geacht wordt dat te bereiken. En dan is er de logische vraag of een plastisch werk hoedanook ooit wel 's als "af" kan worden beschouwd. Christophe Van Gerrewey van wie we op essayistisch vlak al een en ander aan origineel werk gewoon zijn geworden ('50 essays over alles en voor iedereen') onderzoekt in zijn mooie inleiding "Zeven soorten onvoltooidheid" de mogelijkheden waarin kunst onaf kan zijn. Het is een zeer lezenswaardig stuk geworden waarin de ene passage na de andere zich laat aanstrepen. Zo noteren we al in het begin:

"Elk kunstwerk of cultuurproduct is als een nevel met onduidelijke contouren en eigenschappen, die als waterdruppels condenseren tegen de brilglazen waardoor iemand naar de wereld kijkt. Het gaat om een fundamentele vorm van artistieke onvoltooidheid, die overeenstemt met een modern mensbeeld, dat ondenkbaar is zonder individualisme (we kunnen nooit zeker zijn dat twee mensen iets op dezelfde manier ervaren of begrijpen); dat drijft op verschil en op afwisselend frustrerende en bevrijdende onzekerheid (geen enkele interpretatie is objectief gezien juister dan de andere); en dat nooit tot voorspelbare en constante actie kan leiden (want wat vandaag waarachtige betekenis lijkt, kan morgen in het tegendeel omslaan)."

Mooi om dat en ondermeer de snuifjes Paul Valéry (‘L’esquisse valut le tableau’) die mee de inleiding kruiden, doorheen de rest van het zomernummer mee te nemen. Daarin  hebben, zoals het ook te lezen staat in het colofon, Laurie Cluitmans, Moosje M. Goosen, Kim Gorus, Roel Griffioen, Daniël Rovers en Koen Sels het daarna elk op zijn eigen manier over  een onafgewerkt gebleven kunstwerk of project. Sven Lütticken schrijft over de Duitse kunstenaar Günther Förg en over diens band met het Stedelijk Museum Amsterdam. Bram Ieven heeft het over de blijvende uitdaging van kunstbeweging De Stijl. Het nummer besluit met nooit eerder vertaalde fragmenten uit het (onvoltooide) boek van Jean-Paul Sartre over enkele doodgeboren projecten van Gustave Flaubert: L’Idiot de la famille.

Mooi nummer! En het aardige is daarbij dat een groot aantal teksten waaronder ook de inleiding van Christophe Van Gerrewey rechtstreeks on-line te lezen zijn.

De Witte Raaf is een gratis meeneemkrant. Wil je De Witte Raaf in je bus of wil je het tijdschrift financieel ondersteunen, dan kan je een (steun)abonnement nemen. Een abonnement kost 30 euro. Een steunabonnement kost 60 euro.

Het volgende nummer (nr. 195, September-Oktober 2018) gaat over 'Conservatisme(n)'.