Wat maakt het uit. Of het nu Beverlo of Brooklyn is.
Of er een oceaan tussen zit of niet, wat kan ons
dat schelen. Het leven is overal. In de Gummistad,
in het Varkensdorp. Overal bouwt en beeft men.
Overal blijven wij het verlangen als een blauwe
schaduw in onze harten dragen. Stamelend
in tunnels en talen. In de weer met knuppels
en kwalen... Niet meer dan één nacht kost het ons
om groot en grijs te worden. Maar "Oh what a night".
Het ongerijmde van rijm. Het wispelturige van wind.
Dat is wat ik van hem leer. En hoe alles kolkt en klaagt;
van meet af aan beschoren ligt in de huishouding
van ons bloed. Ijdeltuit en Edelhert. Onbeklemd
en onbevangen, hij knipoogt als een jongen.
Knerpend als sneeuw draag ik zijn stem doorheen
de mooie rommel van mijn leden. Luidkeels hoor ik
hem zingen. Met mijn stem zingt hij. Van de aarde.
En hoe het moet zijn voor de neergehaalde palmen
om in dat hoofd van ons te blijven wuiven.
©Paul Rigolle
Uit 'Tot het bestaat'.
I.M. Leo Vroman, vandaag overleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten