maandag 19 maart 2018

Meester Claus

Wat hebben mensen met dode dichters? Wat hebben mensen met dode schrijvers als Hugo Claus? Veel meer dan we vermoeden! Ook tien jaar na zijn vrijwillige uittocht blijven we ‘de Man van vele
kunsten en kunstjes’ herdenken, en dat is, tot spijt van wie het benijdt, helemaal zoals het hoort. Overal, het is geen toeval, kun je dezer dagen naar expo’s met of zonder oesters maar altijd wel met veel ‘con amore’. Klassiekers worden herlezen. Nieuwe bloemlezingen zien het licht. Televisiedocumentaires zoomen in op leven en werk. Er zijn voorstellingen en er zijn literaire avonden alom. Clausminnaars halen de harten op, anderen bij zoveel Clausgeroezemoes de neus. Zo gaat dat bij herdenkingen. Voor- en tegens halen de tijdlijnen. Gisteren was ik in Kortrijk voor een Penhuis-programma rond het parcours in de stad dat aan de hand van die grote Claus-roman ‘Het verdriet van België” nu ook in een audiowandeling perfect kan worden nagelopen. Cees Nooteboom en Jan Vanriet diepten herinneringen van het eerste en het laatste uur op aan de man, de literaire reus, die minder sterfelijk blijkt dan de meeste andere stervelingen. Ze werden daarbij zeer vakkundig en lenig begeleid door Kevin Absillis van het Claus- studie- en documentatiecentrum die zich tevens een meester toonde in het hanteren van spoken in de vorm van weerbarstige powerpoint-voorstellingen. Het werd een heel mooie voormiddag gelardeerd met sneeuwvlokken in maart die voor de ramen van de Budafabriek een lichte toets van hemelse vergankelijkheid toevoegden aan de vele warme woorden.

Claus zelf zou, dat weten en vermoeden we, met zijn meesterlijk Ironisch Vermogen al die herdenkingsmomenten maar niks gevonden hebben. Ballast en Tierlantijnen. Franje. Maar wij, als Clausfans én believers van het eerste uur, hebben daar veel minder moeite mee. Er gaat nauwelijks een week voorbij of we zien onze eigen hand de gedichtenkast ingaan 
om er met iets van Claus weer uit te komen. Mijn eigen herinneringen zijn geen herinneringen aan de man maar aan het werk. Ik las ‘Het Verdriet’, halve jongeling nog, gaf mij over aan ‘de Verwondering’, liep onrustig in mijn eigen Hondsdagen te konkelfoezen, leerde Oostakkerse en andere gedichten van buiten. Hield van het Claus-universum en van het weidse Registreren. Want het was toch vooral de poëzie die mij vroeg in de jaren zeventig een opdonder gaf waarvan ik niet eens meer zou en wou herstellen. Wat de taal vermocht is waar Claus voor stond! Niet gering was het. Het proza van Claus mag dan intussen voor sommigen hopeloos ‘gedateerd’ zijn geraakt, en nauwelijks te onderwijzen, zijn poëzie is wat mij betreft niet te dateren. Vaak komen op bewaakte en onbewaakte ogenblikken verzen en flarden Claus opnieuw spoken in mijn hoofd… Is het de ontvankelijkheid van de jeugd die ik mij van toen herinner en die niet overgaat? Het kan. In elk geval hoort Hugo Claus al jaren, nu al tien zijn het er, bij het kransje van mijn meest geliefde doden. Het kan raar klinken voor iemand die je nooit persoonlijk hebt gekend, maar ik mis de man, de schrijver en de kunstenaar, om zijn werk en om zijn blik, om zijn lucide kijk en commentaar op de wereld, zijn ironisch en meesterlijk hanteren van de media in plaats van wat we vandaag de dag zo vaak zien gebeuren zich te lenen tot de plat-op-de-buik-gang voor een morzeltje mediaaandacht. Claus is nog lang niet dood. Dood is alleen wie is vergeten. En wie als dode schrijver niet meer wordt gelezen.

Extern
Tentoonstelling LetterenhuisAchter vele maskers – Letterenhuis
Bozar – Con Amore 
Audiowandeling in Kortrijk - Het Verdriet van België

#heimweenaarClaus


1 opmerking: