"Elk kunstwerk of cultuurproduct is als een nevel met onduidelijke contouren en eigenschappen, die als waterdruppels condenseren tegen de brilglazen waardoor iemand naar de wereld kijkt. Het gaat om een fundamentele vorm van artistieke onvoltooidheid, die overeenstemt met een modern mensbeeld, dat ondenkbaar is zonder individualisme (we kunnen nooit zeker zijn dat twee mensen iets op dezelfde manier ervaren of begrijpen); dat drijft op verschil en op afwisselend frustrerende en bevrijdende onzekerheid (geen enkele interpretatie is objectief gezien juister dan de andere); en dat nooit tot voorspelbare en constante actie kan leiden (want wat vandaag waarachtige betekenis lijkt, kan morgen in het tegendeel omslaan)."
Mooi om dat en ondermeer de snuifjes Paul Valéry (‘L’esquisse valut le tableau’) die mee de inleiding kruiden, doorheen de rest van het zomernummer mee te nemen. Daarin hebben, zoals het ook te lezen staat in het colofon, Laurie Cluitmans, Moosje M. Goosen, Kim Gorus, Roel Griffioen, Daniël Rovers en Koen Sels het daarna elk op zijn eigen manier over een onafgewerkt gebleven kunstwerk of project. Sven Lütticken schrijft over de Duitse kunstenaar Günther Förg en over diens band met het Stedelijk Museum Amsterdam. Bram Ieven heeft het over de blijvende uitdaging van kunstbeweging De Stijl. Het nummer besluit met nooit eerder vertaalde fragmenten uit het (onvoltooide) boek van Jean-Paul Sartre over enkele doodgeboren projecten van Gustave Flaubert: L’Idiot de la famille.
Mooi nummer! En het aardige is daarbij dat een groot aantal teksten waaronder ook de inleiding van Christophe Van Gerrewey rechtstreeks on-line te lezen zijn.
Het volgende nummer (nr. 195, September-Oktober 2018) gaat over 'Conservatisme(n)'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten