woensdag 20 maart 2019

Het eigen parelmoer bewaken

Gisterenmiddag maakte ik in ‘De Krook’ in Gent de derde Guislain-lezing mee. Te gast was dit keer taalbewaarder
én bewaker Mark van Tongele. Hoewel ondertussen vooral én terecht naam gemaakt als dichter is Mark o.a. ook de auteur van een aantal publicaties waarin ‘pijn’ en ‘slaap’ centraal staan. Voor een talrijk opgekomen publiek – ook ijverige meisjes met zilveren pennenzakjes en laptops in aanslag – bleef Mark van Tongele, nadat hij was ingeleid door Yves T'Sjoen, ook in deze lezing de man én vooral de dichter die we kennen. Zijn verweer in de wereld, zijn trillende snaar is en blijft de poëzie. Het lidwoord stilte vloeit bij van Tongele altijd uit op taal. Hartstochtelijk maar ook bezonnen...

Hij had het over Hadewych en Orewoet. Over Levinas en over de exotimisme-loze ‘coma-ervaring’ die hem, jong nog, na een ongeval tekende voor de rest van zijn dagen. En vooral had hij het over “de noodzaak om het eigen parelmoer te blijven bewaken”. Een zorg die we enkel met hem kunnen delen. Net zoals we na zo’n lezing die hevig naklinkende vanTongeliaanse uitroep tot de onze mogen rekenen: “Lang leve de poëzie tegen de doodswind in!”.


Derde Guislain-lezing

De lezing zal eerlang ook te beluisteren zijn via de Soundcloud van De Krook





Geen opmerkingen:

Een reactie posten