vrijdag 16 november 2018

Wat eerst nog duister was

Wat eerst nog duister was wordt door
de ochtend blootgelegd. Een kwast
met scheerschuim in de hand die
over het gezicht beweegt. Mes met
scherpe kant, van de durf gaat alles uit
voor wie zichzelf in de ogen kijkt.

Wat je van de dag verwacht raakt al vroeg,
glad en helder uitgeklaard. Is het zilver of
is het zink? Folie van tin die weerkaatst wat in
het hoofd bestaat? Migraties en bedragen,
agenda's en vertier, slotsommen
wachten jouw mensen op. Eén van hen

te zijn! In maat- of narrenpak. Identikit!
Er is geen soelaas, geen lievemoederen aan.
Je rijdt de wereld in, brengt dingen thuis
en wie men - oog van haarwild - in jou herkent
lijkt maar zelden op hij die elke morgen verknipt
en gladgeschoren in een spiegel staat.


© Paul Rigolle


(Uit ‘Het tomeloze totaal van de dag’, typoscript in wording.)
Dit gedicht werd op 12/11/2018 gepubliceerd op 'De Schaal van Digther'


Geen opmerkingen:

Een reactie posten