Die wonderlijke Privé-Domein-reeks van Uitgeverij De Arbeiderspers blijft een sublieme grabbelton waarvan je eigenlijk onverminderd elk deel binnen handbereik zou moeten hebben. De rituelen van de Ochtend zorgen er bij mij voor dat ik – een hand glijdend over de frele rugjes in de dichterskast - elke dag begin met een willekeurig gekozen gedicht. Maar eigenlijk zou ik netzogoed dagelijks een passage uit de Privé-Domein-reeks kunnen kiezen als ‘opstapje naar de nieuwe dag’.
Vandaag bijvoorbeeld uit ‘Zoals dat gaat met wonderen’ (Dagboeken 2000-2007) van Arthur Japin. Iets uit maart 2000, twintig jaar geleden dus:
“Laat de waarheid toch lopen, Fanfulla!
Raden fladdert vrij van Coeli naar de Borgo,
Weten ligt onder de brug met een steen om zijn nek.”
“Dit oude Romeinse volksliedje komt me aanwaaien. Ik zoek er niet naar, ik vraag er niet om, maar het is er, zomaar ineens, met melodie en al, alsof het echt bestaat. Dat doet het nu ook. Ik leef hele dagen in Rome. Tenminste, in mijn fantasie. Ik herschik en herleef het leven dat ik daar vijftien jaar geleden leefde en dat binnenkort buiten mij moet kunnen bestaan.”
“Fanfulla, Fanfulla
Laat de waarheid lopen.
Hopen houdt een mens in leven,
Hebben wil alleen de Dood.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten