woensdag 28 november 2018

Ode aan de vrije geest - VWS-prijs voor Kristien Dieltiens

Zondag laatst werd in 'Het Beernem van al onze plaatsen', Jaarwerk MMXVIII het vierde jaarboek van de VWS voorgesteld. In een gemoedelijke en af en toe ontroerende voorstelling werd de publicatie van het nieuwe jaarboek ook dit jaar weer gekoppeld aan de uitreiking van de VWS-prijs. Deze prijs bekroont een literator uit de Provincie West-Vlaanderen of een schrijver die er zijn roots heeft. De prijs kan zowel een erkenning zijn voor het gehele werk van een auteur of voor een aantal werken. Dit jaar ging de eer naar de Beernemse auteur Kristien Dieltiens. En terecht! De weg die auteur en plastisch kunstenaar Dieltiens intussen heeft afgelegd oogt ronduit imposant.

Jet Marchau die in "Ode aan de vrije geest", haar bijdrage aan het jaarboek, op een
Jet Marchau
Kurt Van Eeghem
intense manier ingaat op het werk van de auteur lichtte ook zondag de positie van Dieltiens in het Vlaamse literaire landschap even toe en praatte de voormiddag aan elkaar.  Schepen van cultuur Gijs Degrande (NVA) bracht in zijn welkomstwoord een beeld van zijn gemeente door de jaren heen. Hij stond, vertrekkend vanuit de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, stil bij de figuren van de Oedelemse schrijvers Norbert Edgard Fonteyne en Marcel Matthijs, om ten slotte de laureaat en dorpsgenote Kristien Dieltiens te bedanken voor haar literaire prestaties. Als lezer en boekenworm vertelde hij het publiek dat hij zich dankzij haar werk vaak weer een achtjarige ridder voelt. Zijn speech kan hier via dit open Facebook-bericht nagelezen worden.
Daarop verduidelijkte Koen d'Haene de werking van de VWS ("Vereniging van West-Vlaamse schrijvers) en nam meteen ook een fikse duik in "Jaarwerk MMXVIII", het nieuwe en alweer vierde jaarboek van de vereniging. Het boek bevat bijdragen over ondermeer Maud Vanhauwaert, Kristien Dieltiens, Fernand Bonneure, Marcel Matthijs, T(h)omas Blondeau, Colard Mansion en Rita Ghesquière.

Voor Kurt Van Eeghem die voor het jaarboek een mooie gastbijdrage over zijn jeugd in Heist-aan-zee leverde, waren de welkomstwoorden van Gijs Degrande het vertrekpunt om op zijn beurt een aantal badinerende gedachten op te hangen aan de culturele en sociale toestand in het Vlaanderen van vandaag. Hij raakte meer dan eens een gevoelige snaar. De zelfvoldaanheid en het dédain waarmee de rijke Vlaming ("met SUV op de oprit") tegenwoordig zijn geschiedenis en de armoede van de vroege jaren 1900 vergeet, noemde hij een typisch "nouveau-riche-attitude". Ook het feit dat de Vlaming tegenwoordig moeiteloos voorbijgaat aan het feit dat wij in oorsprong - zoals het geval in de Groote Oorlog toen wij maar wat graag in Nederland werden opgevangen - allen vluchtelingen zijn, werd door hem badinerend en niet zonder ironie over de hekel gehaald.
Jooris Van Hulle, Renaat Ramon
en Kristien Dieltiens
Een bevlogen en geheel en al geïmproviseerde toespraak was het, zoals alleen Kurt Van Eeghem die kan houden. Ook hij heeft een lange weg afgelegd sinds hij als tengere jongen met een mandje vol papieren bloemen over het strand van Heist-aan-zee liep. Na de uitreiking van de VWS-prijs, alweer een heel mooi abstract marmertje van de hand van Renaat Ramon en het zeer persoonlijke dankwoord van Kristien Dieltiens volgde nog een ontroerend moment toen de auteur 'Spelende kinderen' (een beeld uit de Spaanse burgeroorlog), een schilderij van haar,  mocht uitreiken aan de winnaar van de actie 'Maithili en het onderzoek naar DIPG', een zeer zeldzame vorm van hersenstamkanker die voorkomt bij kinderen. 
Tot slot bood het gemeentebestuur van Beernem-Oedelem de aanwezigen in de fonkelnieuwe Beernemse Bib een gezellige receptie aan.

Tijdens de voorstelling van het jaarboek en de prijsuitreiking zorgde Focus-Wtv voor beelden die hieronder bekeken kunnen worden. Waarvoor dank.



"JAARWERK MMXVIII" is een uitgave van Scriptomanen en kan aldaar of op het secretariaaat van de VWS worden verkregen!
De volledige inhoudstafel kan via deze Schaal van Digther-link worden nagekeken.

Zoals eerder gemeld schreef ik zelf voor Jaarwerk MMXVIII met “Wat rest er van de Ruitentikker” een uitvoerige bijdrage over het literaire werk van Oedelemnaar Marcel Matthijs (1899-1964) en wat daar op vandaag nog van mag resten. Het was aangenaam om een paar keer in Oedelem rond te struinen. Ook sprak ik ondermeer met de achterneven van Marcel Matthijs, Edelhart en Koenraad, en grasduinde, zoveel jaren na datum, in het Antwerpse Letterenhuis in leven en werk van de vanwege zijn oorlogssympathieën niet onomstreden Oedelemse auteur.








































dinsdag 27 november 2018

De wereld een vouwzetel die zalig zit!

Literaire Living-Editie 2018, het verslag.

Zaterdag laatst hebben we in Ardooie in het Theater De Schaduw opnieuw een excellente editie van
"Literaire Living" meegemaakt. Mogen meemaken! Tsead Bruinja, de Friese en even klankrijke nazaat van Tsjêbbe Hettinga, beet de spits af. Hij deed dat afwisselend in het Fries en in het Nederlands. Het Fries klinkt zowaar een beetje als het West-Vlaams, zei dichter en geestelijke vader van "de Living" Reinout Verbeke in zijn inleiding. En ja hoor voor de gelegenheid ruilde Tsead een konijnenren in een van zijn gedichten meteen in voor het West-Vlaamse "keunekot". (konijnenhok). Als je't ons vraagt na zijn mooie lezing: straf dichter, die Tsead Bruinja!

Na hem kwam Christophe Vekeman, nog steeds één van dé woelwaters van de Vlaamse literatuur. Hij was in Ardooie
alweer zijn bovenstebeste eigenste zelf. Zoals we hem al jaren leerden kennen: Rozengooier, kapitein, teksttornado... Vekeman zorgde wel bij sommige aanwezigen, zoals ook deze jongen er een was, voor een lichte vloek in de Wezekapel toen ie in de hiërarchie van de Kunsten de roman helemaal bovenaan plaatste. Nog boven de poëzie! En boven de muziek en het plastische... Ach, ook een Man van het Woord heeft volmondig recht op minstens één dwaling per dag. Of per nacht. Zeker als ie Christophe Vekeman heet!

Na Christophe Vekeman werd de poëzieprijs "Dichter uit de Schaduw" uitgereikt. Die bij elke editie gepaard gaat met deze poëtische hoogmis. Twee van de vier laureaten waren aanwezig. Hein Van der Schoot die helemaal vanuit het Noorden was gekomen werd tweede. Bert Deben (uit te spreken als 'deeben') was de laureaat. Beiden lazen een aantal van hun geprimeerde gedichten. Een aantal van die gedichten (o.a. "Na het vrijen steek ik een gedicht op" van Bert Deben) kenden we al omdat ze al eerder waren gepubliceerd maar eerdere publicatie was vooraf in het reglement ook niet als bezwaar aangestipt. De jury bestond net als vorig jaar uit Reinout Verbeke, Rino Feys, Benedikte Crombez, Liselotte Vercaigne, Paul Rigolle en Edward Hoornaert.

Na de pauze kwam Carmien Michels de Wezekapel zowat - Klop Klop Knip Knip - in lichterlaaie zetten.
Tot onze scha en schande, moeten we toegeven, dat dit het eerste optreden was dat we van haar zagen. En wat voor een! Spontaan én geëngageerd! Intens en vibrerend! Poëzie van en voor de hele wereld! We kunnen het statement van Stefan Hertmans alleen maar bijtreden waar ie ergens over deze dichter schreef: "Een vrouwelijke Johnny Cash, krachtig, diep persoonlijk en met een politiek engagement dat je niet vaak hoort." 

Het poëtisch slotakkoord was weggelegd voor de taal-rijke en bruisende dichter die Mark van Tongele is. Het werden een héle reeks slotakkoorden! Ooit gold van Tongele als een geheimtip voor de Nederlandstalige poëzie. Die tijd is met de ruime publicatie van zijn veelvuldig en meerstemmig oeuvre allang voorbij. Ook zijn laatste bundel 'De loeiende tier' werd verleden jaar met warmte én veel égards ontvangen. Helemaal terecht. "De wereld een vouwzetel die zalig zit", staat er in een van zijn teksten. Van Tongele las op deze editie van Literaire Living, zoekend en scharrelend tussen zijn vele gedichten, met overtuiging en kracht. Poëzie met uitroeptekens die tekeer gaat als een storm voor de kust van Oostende! Jaja... Het plaatje klopt volledig.
Oostende is ook de plaats waar van Tongele regelmatig resideert. Maar ook Bretagne trekt aan hem. Zijn reizen en verblijf aldaar , zo vertrouwde hij ons achteraf toe, vormt de materie voor een nieuw poëtisch proza-boek dat op komst zou moeten zijn. Na het hele mooie "Op hoop van zonnezegen" uit 2010 is dit alvast alweer iets om als van Tongele-adept en lezer zéér naar uit te kijken.

De Indie-dreampopband Portland zette in afgeslankte versie, tussen de lezingen door, de Wezekapel in een Hemelse rode gloed. Portland bestond voor de gelegenheid uit Jente Pironet (stem en gitaar) en Sarah Pepels (stem entoetsen).  Een band waarvan we in geen geval al het laatste hebben gehoord. 


De avond werd keurig in goeie banen geleid door dichter mét nevenwerking Reinout Verbeke en Benedikte Crombez die om beurten de inleiding van de dichters en achteraf de interviews in "de livingzetel" voor hun rekening namen. Zo heel veel revelerends kwam er niet echt aan het licht. Een warme gemoedelijke babbel met de dichters was meer dan voldoende. Hét revelerende op deze poëzieavond was de poëzie zelf. En zo hoort het ook! Literaire Living Editie 2018 bood ons vier, wat zeg ik, zes interessante stemmen die zaterdag bleven naklinken tot laat in de Ardooise nacht.

Op naar Editie 10 !!!

Extern:
Thuissite Tsead Bruinja
Christophe Vekeman bij Cobra
Bert Deben-blogspot
Blogbericht Literaire Living Bert Deben
Thuissite Carmien Michels
Mark Van Tongele
Theater De Schaduw
Literaire Living bij De Schaal van Digther
Portland

Dit verslag staat ook na te lezen op 'De Schaal van Digther'




vrijdag 23 november 2018

Lang leve het beletselteken...

Op dat (on)zalige ding dat Facebook heet ben ik door mede-Digther-kompaan en 'well respected man' Alain Delmotte uitgedaagd om iets meer te zeggen over "de tien boeken van invloed" op mijn leven... Tsja, niet simpel die uitdaging, maar ik neem ze wel aan... Onder het mom en het motto "Lang leve het beletselteken..." In de komende weken zal ik de neerslag van deze wel hoogstpersoonlijke queeste ook hier nog 's op deze bladzijden publiceren. En illustreren...


Update:
Uiteindelijk gaat deze boeken-challenge voorlopig niet door, het is triviaal maar het is niet anders, wegens gebrek aan tijd.


vrijdag 16 november 2018

Wat eerst nog duister was

Wat eerst nog duister was wordt door
de ochtend blootgelegd. Een kwast
met scheerschuim in de hand die
over het gezicht beweegt. Mes met
scherpe kant, van de durf gaat alles uit
voor wie zichzelf in de ogen kijkt.

Wat je van de dag verwacht raakt al vroeg,
glad en helder uitgeklaard. Is het zilver of
is het zink? Folie van tin die weerkaatst wat in
het hoofd bestaat? Migraties en bedragen,
agenda's en vertier, slotsommen
wachten jouw mensen op. Eén van hen

te zijn! In maat- of narrenpak. Identikit!
Er is geen soelaas, geen lievemoederen aan.
Je rijdt de wereld in, brengt dingen thuis
en wie men - oog van haarwild - in jou herkent
lijkt maar zelden op hij die elke morgen verknipt
en gladgeschoren in een spiegel staat.


© Paul Rigolle


(Uit ‘Het tomeloze totaal van de dag’, typoscript in wording.)
Dit gedicht werd op 12/11/2018 gepubliceerd op 'De Schaal van Digther'


#InhetWest-Vlaams noemen we dit een 'Vorte Schande'


dinsdag 13 november 2018

Wat eerst nog duister was

Een recent gedicht "Wat eerst nog duister was" is gepubliceerd op 'De Schaal van Digther'. Uit mijn typoscript in wording 'Het tomeloze totaal van de dag'.



dinsdag 6 november 2018

De eenzaamheid weerkaatst het verlangen

"De aandacht van de aangespoorde ‘je’ gevestigd op wat ‘daar’ klinkt: de ‘eenzaamheid’ die ‘op de tong van de man’ ligt. Door de aanduiding ‘schor’ krijgt de eenzaamheid zelf een stem, hoewel die stem al bijna kwijt is. Of de heesheid het resultaat is van schreeuwen of van teveel praten is niet duidelijk, maar het lijkt erop dat de eenzaamheid niet is opgemerkt, of althans niet is beantwoord. Door de heesheid is de stem in ieder geval steeds moeilijker te horen. De stem van de eenzaamheid weerkaatst echter in het berglandschap waarover het gedicht spreekt. Weerkaatsing wordt in verband gebracht met verheviging, wat doet denken aan amplificatie. De weerkaatsing benadrukt dan ook de eenzaamheid: het enige antwoord is een echo van de eigen stem. In de woorden van het gedicht: de eenzaamheid weerkaatst het verlangen.

Siebe Bluijs in 'Een gedicht belicht'. Over Bert Schierbeek, (Je oren te luisteren leggen)"
DBNl - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren
Via de Facebook-bladzijden van het Poëziecentrum