dinsdag 24 maart 2020

In tijden van Corona - Dag 10




In tijden van Corona. Dag 10. Of is het pas dag 9? Dag 10 dus, maar eigenlijk tellen we niet op. Als het even kan tellen we hier net iets liever af!

Tot we eindelijk mogen ophouden met tellen!

"Paul Rigolle was in Waardamme".

#Instagramdingen #TijdenvanCorona


Slakkenspoor van heimwee

Verleden jaar mocht ik in november in Diksmuide 'HiEr', de nieuwe bundel van Digther-kompaan Hugo Verstraeten inleiden... En vandaag publiceert 'De Schaal van Digther' een recensie over de bundel van de hand van die andere Digther-kompaan Alain Delmotte.

Dit is het besluit van zijn recensie: "In vergelijking met zijn vorige bundels is het vakmanschap (van Verstraeten) veel groter geworden. Een bundel meer dan de aandacht waard. Verstraeten haalde met brio het beste uit hemzelf. Opdracht volbracht - en het laat een slakkenspoor van heimwee achter. "

Voor een keer, beste vrienden, mogen we ons, vind ik, wel 's gedragen als de leden van een heuse Digther-compagnie... Het gebeurt immers  niet altijd dat daar de gelegenheid voor is....

De volledige recensie van Alain Delmotte kun je hier nalezen:

Op de eerste rij wanneer het melancholie betreft

Mijn inleiding op 'HiEr' van 9/11/2019 staat nog altijd hier:

We zijn wat we achterlaten. Altijd een masker, altijd een spoor.



zondag 22 maart 2020

Wallace op zondag (13)

De dag dat Wallace Stevens en Ernest Hemingway met elkaar op de vuist gingen...

In mijn Wallace Stevens-queeste “Wallace op zondag” neem ik de lezer vandaag graag 's mee naar Key West. Het eilandje aan het uiterste uiteinde van Florida is, vanwege ligging en klimaat, bekend als een plaats die bijzonder geschikt is om in vakantie-modus
Wallace Stevens (l) en Ernest Hemingway, vriendjes in Key West
te gaan. Van het jaar 1931 tot 1939 was het ook de woonplaats van ‘big bullyErnest Hemingway. Op vandaag is er in diens woning van toen nog altijd een Hemingway-museum gevestigd. Ook Tennessee Williams leefde er lange tijd samen met zijn partner Frank Merlo. In het La Concha-hotel zou Williams het laatste kladje voor zijn beroemde "A Streetcar named Desire" hebben volgeschreven. Ook aan Tennessee Williams is in Key West een museum gewijd. Voorts was ook "onze" Wallace Stevens - vastgoedmakelaar én gewaardeerd dichter - een gretig en frequent bezoeker van het vakantieoord. Een van zijn bekendere of bekendste gedichten kreeg trouwens de titel mee "The Idea of Order at Key West".

Dat dichters en schrijvers niet altijd de meest poeslieve wezens zijn, weten we. En blijkbaar was Wallace Stevens absoluut géén uitzondering op die regel. Key West heeft daarover een heel mooi anekdotisch verhaal in de aanbieding. In het jaar 1936, zo wil het verhaal, zat Wallace Stevens in nogal benevelde toestand op een coctail party waar ook Ursula, de zus van Hemingway aanwezig was, de spot te drijven met de grote schrijver die toen al "A farewell to arms" op zijn actief had.

Stevens en de jongere Hemingway, woordvoerder van "the lost generation", waren op mentaal vlak zowat elkaars tegenpolen. Hemingway (°1899) hield van avontuur en actie en van het geweld in diverse vormen. Stevens (°1879) was een cerebraal dichter, ironisch aangelegd en een man die naast zijn schrijverschap makelaar was in verzekeringen. Twee stijlen, twee manieren van leven. En schrijven! Wat beiden duidelijk wél gemeen hadden was het gegeven dat ze in hun tijd nogal wat drank konden verzetten.

Ursula bracht huilend haar broer op de hoogte van de laatdunkende uitlatingen van Wallace Stevens. Hemingway, die niet voor het eerst hoorde van venijnige uitspraken van de dichter aan zijn adres, besloot om de confrontatie met Wallace aan te gaan. In “Waddell Avenue” brak daarbij een gevecht in regel uit. De twee gingen volgens het verhaal dat ook in het boek 'Key West Writers and their houses' van Lynn Kaufelt staat, frontaal met elkaar op de vuist: “The 50-something hard-drinking poet and the 30-something hard-drinking novelist. Stevens swung first and missed, then Hem (still wearing his glasses) knocked him down three times into a puddle in the middle of the muddy street."

Het eindverdict was dat de veel jongere Hemingway bij het gevecht ongedeerd bleef. De temperamentvolle dichter bleek bij het treffen evenwel op twee plaatsen zijn hand te hebben gebroken. Naar te lezen is in de ‘selected letters’ van Hemingway ging Wallace Stevens een week later bij Hem op bezoek om zich voor zijn gedrag te excuseren. Hemingway is over zijn gevecht met Stevens later altijd en overal met veel genoegen én royaal blijven opscheppen.

"Now boys, please play nice”, schrijft Harriet Staff onder een van haar stukjes dat – tot ons groot zondags literair jolijt - zoals veel andere in zijn soort graag terugkomt op dit Wallace VS Ernest-incident.

Op deze Corona-zondag wil en kan ik dat, wat had je gedacht, alleen maar beamen.

Extern:
Hemingway knocked Wallace Stevens into a puddle (kwls.org)
That time that Wallace Stevens punched Hemingway
When Wallace Stevens hit Ernest Hemingway in Key West
The Idea of Order at Key West (gedicht van Wallace Stevens)
Het Hemingway-home in Key West
Museum Tennessee Williams in Key West
Wallace op zondag







zaterdag 21 maart 2020

Prijs de poëzie - De gedichtenwedstrijd Editie 2020

De Turing-gedichtenwedstrijd voor in te zenden poëzie heeft - Prijs de Poëzie! - zoals bekend, met de 'Gedichtenwedstrijd' een opvolger! En de eerste editie-new look heeft een Vlaming als winnaar: Yannick Van Puymbroeck.

Voor meer info:  Zie ook dit Schaal van Dighter-bericht.

#Gedichtenwedstrijd #PrijsdePoëzie!

Zelf had ik, zoals ik eerder durfde prijs te geven, vier gedichten in de Top1000. Intussen heeft de (toch wel biezonder aardige) commentaar van de voorjury bij die gedichten mij bereikt. Ik laat niet na om jullie in de komende weken daarvan een glimp te laten opvangen. Misschien samen met een eventuele publicatie van de gedichten op deze blog of waarom ook niet, op de site van De Schaal van Digther? Of, wie weet, nog ergens elders. Wordt zeker vervolgd!


woensdag 18 maart 2020

Het woord obligaat

In Tasjkent, leer ik, bladerend in de krant van de dag, is de Sovjet-erfenis nog lang niet uit het zicht. Even ben ik in Oezbekistan. Het is de tweede maandag van maart.
Op de terugweg van mijn tandarts drink ik een koffie in “De plaatse”, het dorpscafé van Ruiselede. Een pas op de plaats, toevallige stopplaats. Halte. Opstapje naar landerigheid. Het café is (nog) zo goed als verlaten. Twee ouwe getrouwen, beiden weelderig mét baard, drinken bier in de ochtend.

Het Corona-virus is hier – vooraan maart anno 2020 - nog lang niet brandend actueel. Binnen enkele dagen zal dat wel even anders zijn, maar dat weten de mannen nog niet. Ik al evenmin.

Affiches. Ik neem – in een impuls waarvoor er niet echt een reden is - een foto van de affiches aan de muur. Oproepen voor eetfestijnen. Veloclub Ruiselede Sportief organiseert. Sinds 1935! Een ‘missing cat’. Reclame voor ‘de Foute Party’.

Iets verder kijkt op blinkend papier een helder ogend gezicht mij aan. Romina Lischka! Ik knipper even… Wie is Romina Lischka weer? En daar is dan, los van de vraag of het wel met de context spoort, opnieuw het woord, het woord obligaat! Of ik het wil of niet, obligaat grijp ik naar mijn smartphone.

En zomaar vult vanuit het Niets wat later een viola di Gamba de kamers van mijn hoofd. Samen met de stem van Ghalia Benali. Alsof het nooit anders is geweest. Op een maandagochtend in godbetert, het Ruiselede van al Mijn Plaatsen, A call to prayer! In een hoofd dat nog niet beseft hoe vreemd dit jaar de lente wordt.


Thuissite Romina Lischka
A Call to prayer: Ghalia Benali & Romana Lischka in Bozar - 16/5/2019





vrijdag 13 maart 2020

Waarom de mens huid heeft

"Waarom de mens huid heeft. En géén vacht of schubben." Hans Cottyn geeft het antwoord in zijn column in De Standaard van vandaag. Véél sterkte alvast aan iedereen. En hou het gezond (en een beetje afstand).





donderdag 12 maart 2020

Maartse bui

"Ook, en zelfs in drieste Coronatijden blijft een Maartse Bui een Maartse Bui!" #watonverstoorbaarblijft #DeRepubliek


maandag 9 maart 2020

Fanfulla!

Die wonderlijke Privé-Domein-reeks van Uitgeverij De Arbeiderspers blijft een sublieme grabbelton waarvan je eigenlijk onverminderd elk deel binnen handbereik zou moeten hebben. De rituelen van de Ochtend zorgen er bij mij voor dat ik – een hand glijdend over de frele rugjes in de dichterskast - elke dag begin met een willekeurig gekozen gedicht. Maar eigenlijk zou ik netzogoed dagelijks een passage uit de Privé-Domein-reeks kunnen kiezen als ‘opstapje naar de nieuwe dag’.

Vandaag bijvoorbeeld uit ‘Zoals dat gaat met wonderen’ (Dagboeken 2000-2007) van Arthur Japin. Iets uit maart 2000, twintig jaar geleden dus:

Laat de waarheid toch lopen, Fanfulla!
Raden fladdert vrij van Coeli naar de Borgo,
Weten ligt onder de brug met een steen om zijn nek.


Dit oude Romeinse volksliedje komt me aanwaaien. Ik zoek er niet naar, ik vraag er niet om, maar het is er, zomaar ineens, met melodie en al, alsof het echt bestaat. Dat doet het nu ook. Ik leef hele dagen in Rome. Tenminste, in mijn fantasie. Ik herschik en herleef het leven dat ik daar vijftien jaar geleden leefde en dat binnenkort buiten mij moet kunnen bestaan.”

Fanfulla, Fanfulla
Laat de waarheid lopen.
Hopen houdt een mens in leven,
Hebben wil alleen de Dood.






zondag 1 maart 2020

Wallace op zondag (12)

De eerste van maart vandaag! De maand waarin straks alles gaat bloeien. Met dat vooruitzicht voor ogen vis ik bij deze
 nog 's een van mijn ouwe rubrieken op: "Wallace op zondag". Over Wallace Stevens, een Amerikaanse modernstische dichter die mij al zowat een half leven weet te boeien en waarop ik om de een of andere héél goeie reden maar niet uitgekeken raak. Uit een bericht in de New York Times van 3/8/1955, een dag na het overlijden van Wallace, sta ik vandaag graag stil bij de zin "He spun webs to trap his moods". Te vertalen met behulp van de woorden spinnen, webben en stemmingen. En wat voorts vandaag ook nog in mijn zondags hoofd blijft resoneren is de passage: "Yet Mr. Stevens would not compromise with the imagination that in his poems was reality".

Een fragment uit het New York Times-artikel:

Wallace Stevens was a weaver whose threads were words. He spun webs to trap his moods.

"Hence, unpleasant as it is to record such a conclusion, the very remarkable work of Wallace Stevens cannot endure," wrote Percy Hutchison, the late poetry editor of The New York Times.

Mr. Hutchison had just reviewed the new edition of the poet's "Harmonium." That was in 1931, eight years after the volume first appeared. The poetry editor described the poems as closest to pure poetry. He explained that such works depended for their effectiveness on the rhythms and tonal values of words used with only the remotest link to ideational content.

He remarked that the poems were "stunts" in which rhythms, vowels and consonants were substituted for musical notes. But this achievement is not poetry, Mr. Hutchison said before adding:

"From one end of the book to the other there is not an idea that can vitally affect the mind, there is not a word that can arouse emotion."

Yet Mr. Stevens would not compromise with the imagination that in his poems was reality.

Het volledige New York Times-artikel: Stevens, Noted Poet, Dead
Een bericht van Timothy Donnelly
Alle "Wallace op zondag"-berichten (Label)


Harmonium