donderdag 30 april 2020

Een ansichtkaart van Frans Deschoemaeker



Schrijven in tijden van Corona! Frans Deschoemaeker schreef mij vanuit zijn quarantaine-oord een hartversterkende 'Ansichtkaart uit Wortegem-Petegem'. Die staat sinds vandaag via deze link na te lezen op 'De Schaal van Digther'.

Vanuit mijn eigen isolement schreef ik hem in deze vreemde Covid 19-tijden meteen een hoopvol antwoordje. Ook dat wordt op vandaag gepubliceerd op DSVD: "Het schrift van de Indiaan".





woensdag 29 april 2020

Toeter-Trump-adepten!

Ongelooflijk, die toeter-Trump-adepten!!!




Tien boeken om mee te nemen naar de Rest van mijn Dagen

Op Facebook werd ik uitgedaagd door HoochieKoochie-man Martin Pulaski, een van de bloggers die ik al jaren blijf volgen én lezen, om tien dagen lang een omslag van een boek te posten 'dat ik zeer graag gelezen heb'.

Ik ben met die laatste omschrijving wat losjes omgesprongen en heb - in deze 'onmogelijke' opdracht om mij te beperken tot tien boeken - gekozen voor 'boeken die bij mij iets bijzonders teweegbrachten of die ik mee mocht nemen naar de Rest van mijn Dagen'!


Het werden uiteindelijk na veel gewik en geweeg, en om soms heel particuliere redenen, de navolgende boeken:


Dag 1 – Ma 20/4/2020 – Heinar Kipphardt: März. De carrière van een schizofrene dichter.


Waarin de literatuur op een prachtige manier de psychiatrie omarmt, en omgekeerd.

Dag 2 - Di 21/4/2020: Hugo Claus - Gedichten (1948-1963)

Waarin 'de jonge Meester' al heel vroeg 'de naalden van ijzel en zand' in zijn huid liet rijden.

Dag 3 - Woe 22/4/2020: Simon Schama: Landschap & Herinnering

Waarin historicus Simon Schama de geschiedenis van het landschap vertelt en vertaalt in termen van mythen en herinneringen. Een boek voor het leven!

Dag 4 - Do 23/4/2020: Cees Nooteboom: Philip en de anderen

Waarin meteen duidelijk wordt waarom Cees Nooteboom een der… allergrootsten van de wereldliteratuur zou worden… Ook als dichter. Al las ik het boek uit 1957 uiteraard pas jaren later na de publicatie ervan. Naderhand ben ik wel alles van Nooteboom gaan lezen. Het in mijn herinnering verbluffende ‘Rituelen’ op kop!

Dag 5 - Vr 24/4/2020: Fernando Pessoa: Gedichten
Waarin glashelder voor je ogen komt waarom zoveel mensen, schrijvers en lezers van poëzie en andere, net als jij de Taag willen zien na het lezen van Fernando Pessoa.

Dag 6 - Za 25/4/2020: Willy Spillebeen: Steen des aanstoots 

Waarin Willy Spillebeen illustreert dat iedereen die de ambitie heeft om 'schrijvensgewijs' iets te maken, moet schrijven zoals ie gebekt is. ‘Steen des Aanstoots’ is een boek dat al verscheen in 1970. En Spillebeen maakte met dit boek de zeventienjarige die ik was duidelijk dat literatuur van niveau ook kan ontstaan uit de voedingsbodem van wat je zelf zo goed kent. Of pretendeert te kennen. Een ‘nouveau roman’ uit de Westhoek, quoi?

Dag 7 - Zo 26/4/2020: Tim Krabbé: De Renner

Waarin Tim Krabbé, toen nog zwaarbesnord en meestal verblijvend op een fiets of achter een schaakbord, met bravoure en in schoonheid zijn persoonlijk verhaal over zijn deelname aan de Tour du Mont Aigoual, een zware klimkoers in Zuid-Frankrijk, in juni 1977 literair vormgeeft. 

Onsterfelijk en graag geciteerd is de openingsparagraaf daaruit: 

'Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me.' 

Het beste sportboek uit de Nederlandse literatuur? Als het dat al niet is, komt het zeker dicht in de buurt!

Dag 8 – Ma 27/4/2020: Bruce Springsteen: Born to run.

Een keuze die misschien wat verrassend is voor een 'boekenmens' als ik.

Waarin BruceSpringsteen official een directe inkijk geeft in zijn persoonlijkheid die veel meer kanten en kantjes blijkt te hebben, dan je als ‘fan van het eerste uur’ had kunnen denken. Springsteen geneert zich niet om vrij en vrank de schaduwkant in beeld te brengen van een leven van een artiest waarvan je, zoals in de meeste van zijn songs, vooral ongebreidelde energie, melancholie en positiviteit verwacht.

Dag 9 - Di 28/4/2020: Guy Vanthemsche – De beginjaren van de Sociale Zekerheid in België 1944-1963 

Waarin een warm beeld geschetst wordt over het ontstaan van het unieke sociale-zekerheidssysteem dat we tot op heden mogen kennen...

Ik heb een tijd getwijfeld of ik dit boek (of een ander met dezelfde thematiek) binnen dit boekencover-bestek wel wou plaatsen. Ja, dus! Enkel en alleen om ’s in deze Corona-tijden een klein ‘statement’ te maken. Velen onder ons staan er immers nog zelden bij stil dat de grondvesten voor ons sociaal-zekerheidssysteem - in 1944 gebaseerd op het solidariteitsprincipe tussen werknemers en werkgevers - pas 75 jaar geleden zijn uitgewerkt! Jobshalve ben ik zelf zowat vier decennia-lang in de weer geweest om het systeem mee te helpen verdedigen. Solidariteit is en blijft, tot spijt van wie het benijdt, het principe dat als hoeksteen fungeert van onze sociale zekerheid.

Dat niet iedereen en een aantal politici op kop dat principe genegen is, hebben we de voorbije jaren overvloedig kunnen merken. Ook als het, zoals nu met dit valse vuige coronavirus, precair begint te worden, geven een aantal mensen, de solidariteitsloze hufters op kop, niet thuis. Ik herhaal het bij deze ‘s graag helder en klaar, al mogen ze dan gelukkig in de minderheid zijn: ze dwalen!

Aan alle anderen: Hou moed én Stay safe! 

Dag 10 - Woe 29/4/2020: Boris Pasternak: Vrijgeleide

Waarin nobelprijswinnaar Boris Pasternak



































vrijdag 24 april 2020

Precies een jaar geleden



Vandaag precies een jaar geleden reisde ik met de supportersbus van Bjorg Lambrecht naar de Muur van Hoei voor de aankomst van de Waalse Pijl.

Het blijft een bijzonder mooie herinnering die helaas voor altijd een donker randje heeft meegekregen. Bjorg eindigde er immers als jong klimtalent op een fantastische vierde plaats. Waarmee hij met het afgeven van dit knappe visitekaartje meteen bewees dat hij deze wielerklassieker minstens een keer in zijn pas begonnen loopbaan zou winnen.

Het heeft vanwege de bekende dramatische omstandigheden, later in dat vermaledijde jaar, niet mogen zijn!

#forever143 #writingforbjorg #bjorglambrecht


Nummer 143

donderdag 23 april 2020

Aanstekelijke hoop - Over deze vreemde Lockdown

Voor Poëzie-Centraal mocht ik even ingaan op deze vreemde en ongeziene periode van 'corona-lockdown'... De foto dateert (uiteraard) wel nog uit betere pré-coronaire tijden... Maar ik hoop zeer dat de Zee binnenkort weer voor iedereen binnen handbereik mag liggen zoals ze dat altijd al is geweest.



Hieronder nog 's het volledige artikel:

23.04.2020

Aanstekelijke hoop: de lockdown van ... Paul Rigolle [...]

Ik ben besmet met poëzie.
Onder mijn vingers broeit een lichte koorts,
waarmee ik je graag aan wil steken,
zo, met liefkozende lippen
.


uit 'Een aanstekelijke hoop' - Carl Norac, 2e gedicht Dichter des Vaderlands 
Vertaling: Katelijne De Vuyst

De Corona-crisis stelt ons als maatschappij en als individu voor grote uitdagingen: Hoe organiseer ik mijn thuiswerk? Wat als ik economisch werkloos word? Hoe zorg ik voor een zinvolle tijdsbesteding voor mijn kinderen? Wat met vrienden en familieleden, ...

Ook dichters zijn mensen wier leven in een nieuwe realiteit is terecht gekomen. Wij vroegen een aantal van hen hoe zij dit alles ervaren. Aanstekelijke hoop wordt een serie met elke werkdag een aflevering. Een kort gesprek over de al dan niet poëtische werkelijkheid van vandaag.

Vandaag zijn we virtueel op bezoek bij Paul Rigolle . Paul Rigolle debuteerde in 1980 in de Yang-poëziereeks met de bundel Mond- en clownzeer, in 1982 volgde De hel van het noorden. Zijn meest recente bundel Tot het bestaat verscheen in 2013. Tussendoor schreef hij ook een aantal monografieën in de reeks VWS-Cahiers (onder meer over dichter Philip Hoorne) en stelde hij bloemlezingen rond wielerpoëzie samen. De poëzie van Paul Rigolle werd herhaaldelijk bekroond met o.a. de Poëzieprijs van de stad Harelbeke, de Poëzieprijs van Izegem, de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen, ...

P-C: Als je naast schrijven nog andere (beroeps)activiteiten hebt, dan moet je die wellicht nu reorganiseren. Welke impact heeft de huidige situatie op jouw werk?

PR: Sinds een aantal jaren geniet ik - na beroepshalve vier mooie en boeiende decennia besteed te hebben aan Sociaal Inspectie-werk -  van wat ik graag noem “permanent schrijfverlof”. Ik acht mij dan ook een zeer bevoorrecht man. Echt reorganiseren is er bij mij dus niet bij. Wel is mijn dierbare wederhelft nu ook aangewezen op thuiswerk. En op de soms nukkige tools die dat mogelijk maken. Dat verandert wel een beetje onze dagelijkse manier van leven. We eten nu ’s middags samen waardoor de structuur van onze dagen er wel wat anders gaat uitzien. Sinds we hier wonen heb ik een Lijsternest-achtig uitzicht over de velden van het Hinterland… Da’s de stek waar ik met genoegen het grootste deel van mijn dagen doorbreng. Zo heel veel verandert die gemene Corona-ellende dus niet voor mij… Wel ga ik, naarmate de Coronadagen vorderen, steeds meer en heviger de vriendschappelijke , culturele en wieler-uitstapjes missen die bij mij in normale omstandigheden tijdens de week garant staan voor ‘veel variatie op hetzelfde thema’… Het besef dat een mens veel tactieler en socialer is dan dat ie soms lijkt is iets om heel hard mee te nemen voor het leven na deze vreemde crisis. ‘Betrokkenheid’ is een gegeven waar we nog veel meer moeten op inzetten.

P-C: Heb je nu meer tijd om te schrijven?

PR: Zij die mij een beetje kennen vanuit Geelzucht- en andere periodes weten dat ik – voorzien van mijn Hart van Bitossi - sinds jaar en dag een fervente wielerfan ben. Wat een ongezellige leegte biedt op dit vlak het huidige voorjaar. Zoals velen onder ons mis ik dat fantastische theater van de wielerklassiekers. Anderzijds is het toch wel even schrikken om vast te stellen hoeveel tijd ik in normale omstandigheden zoekmaak met mijn favoriete ‘guilty pleasure’. Uren, dagen, zijn dat… In normale omstandigheden trek ik in deze periode (‘the cruellest month of cycling’) naar de start van wedstrijden, zie renners onderweg en mis maar heel weinig van de rechtstreekse reportages op televisie. In de (zee van) tijd die nu plotseling vrijkomt ga ik zelf wat meer fietsen (da’s ons gelukkig nog niet verboden) en wandelen… Zo heel veel méér tijd in het schrijven zelf stop ik in deze Corona-tijden niet. Je bent altijd en overal en constant met dat schrijven bezig maar dat betekent in mijn geval niet dat ik urenlang aan het werk kan blijven. Het schrijven gebeurt bij mij veelal in korte intense periodes…


P-C: Heeft de Corona-crisis jou al geïnspireerd tot een gedicht of denk je dat dat in de toekomst nog het geval zal zijn?

PR: Ik merk dat heel veel mensen hun emoties en gedachten dezer dagen proberen te vertolken in poëzie of wat daar moet voor doorgaan. Bij ‘de Schaal van Digther ’ (waarvoor ik de webredactie voer) krijgen we de laatste weken opvallend veel ‘Corona-gedichten’ toegestuurd. Een beetje van het goeie teveel zelfs. Ik verwijs nu meestal door naar de speciale Coronagedichtensite die door onder meer de Nederlandse Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja is opgezet.  Het bewijst eens te meer hoeveel nood mensen hebben aan mooie troostende woorden als het moeilijk gaat. Bij velen onder ons
lijkt dat laffe virus echter niet voor schrijfverlamming te zorgen. Maar goed ook. Zelf ga ik niet meteen in mezelf op zoek naar het ultieme Coronagedicht. Ik heb voor het typoscript van mijn nieuwe bundel in wording (‘Het tomeloze totaal van de dag’) nog een tweetal cycli af te werken. Het is bijna onvermijdelijk dat de heftige Corona-actualiteit gaat binnensluipen in wat nog niet is afgemaakt. Maar dat doet natuurlijk - bewust of onbewust - elk intens tijdsgewricht. Voor deze pandemie begonnen is en in de actualiteit (terecht) zowat alles heeft verdrongen wou ik enkele ideeën uitschrijven rond ‘de Schutter van Hanau’. Ik heb de indruk dat veel precaire aspecten in de samenleving zoals de politieke polarisatie, de klimaatproblematiek, de talloze burn-outs en de sociale ongelijkheid evenwel momenteel helemaal ondergesneeuwd raken… Alsof ze zijn weggevlakt. Maar de dag komt – laten we hopen, eerder vroeg dan laat – dat we terug moeten naar ‘de orde van de dag’. Ik hoop dat we dan iets zullen hebben geleerd uit deze crisis. Maar ja, twee eeuwen geleden opperde de ouwe Georg Wilhelm Friedrich Hegel al dat “De mens uit de geschiedenis leert dat de mens niets leert uit de geschiedenis”. Laten we voor een keer hopen dat het dit keer niet het geval is.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in Corona-quarantaine?

PR: Momenteel lees ik vooral proza. Ik zou in normale omstandigheden ‘Zand’, de nieuwe roman van mijn VWS-kompaan Koen d’Haene inleiden maar de voorstelling is zoals zoveel zaken uitgesteld. Ook schrijf ik voor het volgende VWS-jaarboek een essa yistisch stuk over het proza van Jan Van Toortelboom. Ik wou daarvoor ’s naar Zeeuws-Vlaanderen reizen. Ik hoop dat dat zo vroeg mogelijk weer kan. Voorts heb ik Proust weer opgepakt (!) en kijk ik graag uit naar het geschikte moment om de debuutromans van Valerie Tack (Rauw & alsof), Marieke De Maré (‘Bult’) en Max Temmerman (‘Coniferen’) te lezen. Wat poëzie betreft, die is hier nooit ver uit de buurt. ‘Klaaglied van Psyche’ van Paul Valéry (in de vertaling van Katelijne De Vuyst) wil ik lezen. En in uitgesteld relais ook de ‘Duetten’ tussen Pfeiffer en Harmens. En, wat dacht je, nog zoveel meer!





 

woensdag 22 april 2020

zondag 19 april 2020

Facebook-challenge. Tien Boeken, tien covers!

Niets menselijks is mij vreemd. Wat had je gedacht. Ik ben een van die Facebook-mensen die in statussen allerhande graag beweert dat ie niet zo’n grote fan is van... Facebook-Challenges…

Eerder liet ik – shame on me – eind 2018 vanwege tijdsgebrek na om de boekenchallenge ("Tien boeken van invloed") van mijn ouwe Digther-copain Alain Delmotte effectief te beantwoorden. Maar kijk, in een bui om iets goed te maken, gebeurt nu wel wat ik niet kan laten. De komende tien dagen plaats ik op mijn Facebook-bladzijden tien covers van “boeken die ik zeer graag gelezen” heb. Dat komt omdat de vraag alweer uitgaat van een man die ik maar zelden iets kan weigeren: Martin Pulaski. Sinds jaar en dag één van de échte HoochieKoochie-mannen en bij- en standhouder van de uitmuntende 'Kroniek van een kamertjeszondaar'.

Ik zal bij mijn FB-post-jes zelf evenwel niemand nomineren om ook tien covers te posten maar wie de komende dagen graag het omslag-fakkeltje toch nog doorgegeven krijgt mag mij dat met plezier laten weten! Dan zal ik dat met evenveel plezier bij mijn bericht(en) vermelden! Wordt vervolgd!

Martin Pulaski op Facebook





zaterdag 18 april 2020

Als iets dat vanbinnen brandt

Voor de mensen van Calais en elders

(Dagboekgedicht op Wereldvluchtelingendag, 20/6/2019)


Als iemand die op een dag zijn dorp verlaat,
zo zul je opgetekend in de boeken staan.
Als iemand die. Als van een ander dat. Je bent
een vreemde nog. Je tracht en leeft je in,
ademt in, ademt uit. De taal loopt nog mank
in jou. Je zoekt wat hoogte in de toon. Hoe
iemand spreekt die wordt opgejaagd. Wijd open,
slag na val, into the wild, maisveld, het wild

zover je kijkt. Bedding van het spoor. Slaapzak.
Station. Parking. Bordkarton. Over schutting kruipt.
Met wat geluk ontloop je hem de nieuwe bedelstaf.
Rusteloos op weg en wie weet waarheen.
Het jaagpad, de spoorweg langs. De blote hemel
kent geen geheim voor jou. Niet weet wat komt.
Bekeken wordt alsof je zelf een dader bent.
Ergens ingenaaid van wat van jouw bezit nog rest.

Ze peilen en stellen vast bij jou of daar een hart
nog zit. Maar iets, iets dat vanbinnen brandt
blijft vuur. Een roep als een roffel in jouw borst,
is daar het eerste woord dat van een vreemde taal
te pronken en te kijken staat. Het drukt zich uit,
het laat zich horen. Op jouw stem draagt het
zichzelf de wereld in. Klinken doet het al alsof het
op een dag jouw nieuwste naam zal zijn.


© Paul Rigolle


Uit 'Het heimwee van de bladen naar het boek', een cyclus Dagboekgedichten.

Gepubliceerd op 18/4/2020 op 'De Schaal van Digther'

Za 7/3/2020 - Parking Autostrade - Ergens tussen Oostende en Koksijde



















Zo 5/1/2020: tgv Les Abeilles de l'invisible - Mac'S Grand Hornu

















Notitie:
Dit was een van de vier gedichten van Paul Rigolle dat doordrong tot
de Top 1000 van de Gedichtenwedstrijd Editie 11 van 2019.

Commentaar van de jury daarop:
Je schreef een krachtige en beklijvende aanklacht tegen de mensonterende situatie in het vluchtelingenkamp van Calais. Hoogtepunt zijn de sterke beelden als 'de taal loopt nog mank / in jou' en 'een roep als een roffel in jouw borst'. De zuinige taal van de tweede strofe is ook bijzonder gepast om vorm te geven aan de ervaring van een mens op de vlucht. Sterk werk!



vrijdag 17 april 2020

November in Banana Peel

De plaatsen die een mens in 'afgesloten' Corona-tijden het meeste mist? Er zijn er veel! Hoog in het lijstje staat bij mij zeker en vast de Banana Peel BLUES&Jazz -club in "het Ruiselede van al mijn plaatsen". Van het Dorp naar de Wereld, het is er altijd maar een hele kleine stap. Kleinschalig maar mét internationale allure! Zo kennen we - het lijkt al wel eeuwen - onze geliefde Blues- en Jazz-schuur.

Geen wonder dat in mijn cyclus dagboekgedichten 'Het heimwee van de bladen naar het boek' ook een warme Banana Peel-hommage steekt. "November in Banana Peel".

En ik hoop zeer dat het niet nog tot in het najaar duurt vooraleer de muzikale Banana Peel-afspraakjes op maandag weer volop kunnen doorgaan!


Het gedicht met een aantal verwijzingen en een bijhorende foto lees je hier:

https://digther.blogspot.com/2020/04/november-in-banana-peel-paul-rigolle.html







donderdag 16 april 2020

Het heimwee van de bladen naar het boek

Ik ben al een tijdje een typoscript met nieuwe gedichten aan het samenstellen en zoals dat met typoscripten gaat, vis ik daarin ook een aantal "Dingen van vroeger" en "Liedjes voor later" op.

In een cyclus die "Het heimwee van de bladen naar het boek" als titel draagt, steken ook een aantal dagboekgedichten. Onderstaand gedicht, dat vandaag ook verschenen is op 'De Schaal van Digther' is er een dat terugggrijpt naar het gezegende jaar 2000. Eentje dat ik graag opdraag aan mijn zoon Jasper Rigole die in dat jaar een ingangsfilm maakte waaraan ik een kleine bijdrage mocht leveren. De foto dateert dan weer van een film van drie jaar later.

Alles voor de film

Ik herinner me dat ik een camera kocht waarin een onontwikkelde film zat


Dagboekgedicht (vr 29/12/2000 - voor Jasper)

We spreken af. Terwijl ik met de dingen sleur
klimt hij de ladders op, timmert een hemel bij elkaar
en hangt er lampen in. Ik breng de wierook aan,
vrouwentongen, een kast uit eik en een gitaar.
Een gordijn vol bloemen hang ik voor het raam
en werp - alles voor de film! - zoveel ik dragen kan,

het nepfruit in de schaal. Een meisjeskamer
in een naamloos huis, dit is, zegt hij, wat hem
voor ogen staat. Daarin een man, daarin een vrouw.
En of het - muziek van misverstanden - tussen hen,
ooit iets worden kan, dat ziet hij later wel.
Nu is er, ingescheept en wel, gekunsteld
en geklaard, het licht dat op alles vallen moet.

Ik glimlach om de verbazing die openbloeit
op zijn gezicht en die ik herken van toen hij nog
een jongen was en wij samen keken naar de zee.
In één avond maakt het kunstlicht ons - een vader
en een zoon - als in een happy-end aan elkaar gelijk.


© Paul Rigolle


Uit de cyclus dagboekgedichten: "Het heimwee van de bladen naar het boek"





donderdag 9 april 2020

Het fluweel dat komt

April in tijden van Corona. Wennen is het. Kan het contrast schriller? Schreeuwender? In de maand waarin alles aan het botten en barsten slaat, lijken we opgesloten plots in een leven waarin – van de ene dag op de andere - niets nog vanzelfsprekend is. April 2020 zal voor altijd verbonden blijven met dat obscure maar bijzonder tragische blijf-in-jouw-kot-virus dat geen grenzen kent.

Verbannen tot het platteland dat je zo goed kent, verlang je naar de stad. Een koffie in de Republiek, een boek in de Limerick, een film in de Lumière... Het zijn voorlopig ontzettend onbereikbare dingen nu die je met elke quarantaine-dag die voorbijgaat nog meer naar waarde schat. En ondertussen pak je op wat was blijven liggen. Je leest biografieën waarin de wereld bruist en het leven je bij het nekvel grijpt. Je wandelt en fietst de dorpen aan elkaar. “April is the cruellest month”. Nog veel meer dan andere jaren hoor ik hoe onze oude vriend T.S. Eliot wordt geciteerd. In een land dat heel erg op een “waste land” is gaan lijken. En toch is het niet de uitzichtloosheid; het is het moedwillig stilstaan dat ons verlamt. “Het even buiten de wereld te moeten staan”.  En vaststellen dat April daar hoegenaamd geen boodschap aan heeft.

April weet ook dit jaar niet van ophouden. Niet van ophouden met beginnen!  Omgekeerd evenredig aan hoe bezwaard een gemoed kan zijn is daar, mateloos weer, de volle aarde. Ontrold, geploegd, opgerakeld: de aarde van april. In al haar facetten gaat ze open, klaar voor het groen, het niet te stelpen fluweel dat komt.

En wij die ons, of we dat nu willen of niet, daarop verheugen. Luister hoe de merels en de vinken, hoe de vogels zich laten horen. Kijk maar hoe de kievit, op- en neerduikend, over de velden zeilt. Hoor hoe het zijn kreet is die opklinkt in de klamme stilte van jouw hart.