Wat is er van de engel?
"Hij noemt zichzelf 'de engel van de werkelijkheid' (vrijwel dezelfde termen gebruikt Campert) en met een 'zwenk' (bij Campert is het een 'wenk') van zijn schouders is hij verdwenen. Het gedicht waar deze regels in voorkomen, is van Wallace Stevens (1879-1955), in het dagelijks leven verzekeraar. De bundel, Een blauwdruk voor de zon, is een keuze uit zijn werk. Je zou de herkomst van deze engel stap voor stap willen traceren, van Campert naar Stevens en naar andere auteurs en zieners. Engelen hebben niets vrijblijvends, al zijn ze bij tijd en wijle nadrukkelijk in de mode.De engel van Stevens is voor ons niet goed peilbaar. Je ziet hem in een flits maar hij is altijd vlakbij, hij is een van ons, 'noodwendig', maar ook weer 'een mens half gezien'. We raken als lezers voor de zoveelste maal doordrongen van onze beperkingen, van het gegeven dat engelen (zoals Harold Bloom treffend opmerkte) niet bij de eerste de beste langskomen. De engel van Stevens is omgeven door landlieden, maar die lijken volstrekt geen moeite te hebben met deze verschijning. De behoefte om de engel van Stevens te traceren wordt niet minder als je weet dat Stevens geen gelovig mens was. Geloven is hier niet aan de orde. God gelooft niet in engelen, om Bloom weer aan te halen, en wij moeten die engelen ook niet voor elke onbenulligheid laten opdraven. (Lees hier het volledige artikel).
Vindplaats:In gevecht met de engel; voor het eerst poëziebundels van Wallace Stevens vertaald – Frank Van Dixhoorn, De Volkskrant, 23/1/1998
Geen opmerkingen:
Een reactie posten