zondag 11 oktober 2020

Kleine kletsende dingen

"Kleine kletsende dingen"

Die nobelprijzen! Ze slagen er altijd weer in om voor verregaande verrassingen te zorgen. Neem nu die voor literatuur die deze week werd toegekend aan de Amerikaanse dichteres Louise Glück. Ik moet ootmoedig toegeven dat ik al héél érg diep moest graven in mijn poëtisch verleden om een vage echo van haar werk te horen opklinken. Erik Menkveld vertaalde in het jaar 2004 voor Raster een aantal gedichten. Dat wist ik bij benadering nog. Bij nader inzien zijn het best wel 'simpele' maar zeker wél intrigerende gedichten. In het gedicht 'Afnemende wind' lees ik iets over "Kleine kletsende dingen". Mooi, is dat! En eigenlijk zijn ze dat zelf ook, de gedichten: "Kleine kletsende dingen"... Die in het algemeen en die van Louise Glück in het bijzonder...

Ik kijk naar de foto's die ik van Louise Glück op internet terugvind. Geen vrijblijvende 'walk in the park', maar een heuse wandeling in de tijd. Een leven lang, een leven later. Van toen ze nog jong was, tot nu. Ik kijk haar in de ogen, een mij zo goed als onbekende dichteres uit Long Island, New York, ooit gelauwerd door die aimabele Barack Obama (naar wie het heimwee groot is). Nu staat Louise Glück geboekstaafd, 'bijgezet', voor altijd 'érkend' als Nobelprijswinnaar... Een leven buiten mij om trekt aan mij voorbij, boeiend, trillend, gehavend... (Zoals tenslotte elk leven is...) Van toen ze nog jong was, tot nu, kijk ik haar aan... En ik lees van haar wat ik terug kan vinden. En ja, ze geeft mij wat ik van elke dichter verwacht én verlang, alles wat ik nodig heb: "bed van aarde, dek van blauwe lucht". Als in een "Afnemende wind"!

Afnemende wind

Toen ik jullie maakte, hield ik van jullie.
Nu heb ik medelijden met jullie.

Ik gaf jullie alles wat jullie nodig hadden:
bed van aarde, dek van blauwe lucht –

naarmate ik verder van jullie vandaan raak
zie ik jullie steeds duidelijker.
Jullie zielen hadden al lang immens moeten zijn,
niet wat ze bleven,
kleine kletsende dingen –

ik gaf jullie ieder geschenk,
blauw van de lenteochtend,
tijd waarvan jullie het gebruik niet begrepen –
jullie wilden meer, dat ene geschenk
bestemd voor een andere schepping.

Wat jullie ook hoopten,
jullie gaan jezelf niet vinden in de tuin,
tussen de groeiende planten.
Jullie levens zijn geen kringloop als die van hen:

jullie levens zijn een vogelvlucht
die begint en eindigt in stilte –
die begint en eindigt, een echo in vorm
van deze boog tussen de witte berk
en de appelboom.

© Louise Glück
© Vertaling: Erik Menkveld

Gedichten in Raster - 2004












Geen opmerkingen:

Een reactie posten