Dagen in het Streuvelshuis - Dag 11.
(donderdag 19 november 2020)
In onsterfelijk Brunswickgroen.
De dagen vorderen. In de voormiddag en ‘s avonds
schrijf ik. Ook mijn Lijsternest-notities lopen uit… Het wordt straks nog een
fijn karweitje om er wat orde in te scheppen. De mensen van Passa Porta hebben
mij immers gevraagd om na afloop van mijn verblijf hier een ‘literair spoor’ na te laten.
Geen probleem, maar dat wordt nog hevig
snoeien in de wildgroei die ik hier stilaan bij mezelf aantref.
Fietsend en wandelend in de namiddagen met mooi weer
vertakt ook het fysieke spoor van dit 'Land van Streuvels' zich in andere sporen. Van Grijsloke
(Gijzelbrechtegem met die zware klim naar de kerk) tot aan de Mirabrug van
Rugge… Die brug stelt overigens niet zo veel voor, vind ik. Het mag geen toeval
heten dat de bekende film ‘De teleurgang van de Waterhoek’, uit 1971 van Fons
Rademakers (met Hugo Claus als scenarist!) niet hier is opgenomen maar op een
meer passende locatie op grondgebied Hamme. Als ik aan die verfilming van het
boek van Streuvels terugdenk moet ik altijd ook, beetje raar maar waar, aan ‘Le
déjeuner sur l’herbe’ van Manet denken. De schuld van Willeke van Ammelrooy
natuurlijk want in de film is ze om helemaal bij weg te smelten en Jan Decleir
beweegt zich zoals een man zich moet bewegen in de viefste periode van zijn
leven…
Ik volg de Schelde in Avelgem, ga er de kerk
binnen. Ik blader in het ‘gastenboek’ (“Dank voor de bekomen gunst”), zoek een
bakker…. Ik ontdek op het Poëziepad van A tot Z de gedichten van Philip Hoorne
en Tom Smits, hou halt in Celles, geprangd zittend tussen Vlaams en Waals gewest. Langs de
Schelde laat ik Outryve rechts liggen, rij even later langs het Kanaal
Bossuit-Kortrijk. Het kanaal is gegraven in 1857, niet eens twee eeuwen geleden
dus. Hoe zag de wereld er uit zonder dit kanaal? Zonder dit water dat nu een beetje dikweg doorheen of langs de weilanden en dorpen stroomt.
Bij het lieflijke Sint-Pietersbrugje aan een oude
kanaalarm in Moen dat in de tijd van Streuvels nog met de hand moest worden
opgehaald en waar een rosse kater de hele tijd rond mijn benen draait en
draalt, neem ik alweer veel te veel foto’s. Ook dat wordt nog een ander fijn
karweitje om al die foto’s in hun chronologische mapjes te stoppen. De
pittoreske Sint-Pietersbrug, een prachtig staaltje van industrieel erfgoed werd
vorig jaar grondig gerestaureerd en staat nu te pronken in onsterfelijk
Brunswickgroen. Ik lees: “het is een manueel geklonken ophaalbrug van het
Hollandse type met open vakwerk”. Mooi lieflijk ding waar ook Astrid Haerens in haar
‘Luisterfiets-podcast’ aandacht voor heeft. Moet ik thuis ’s opzoeken, die podcast.
Een andere keer volg ik voorbij Kaster een stuk van de
‘Elfstenentocht'. Bij 'Meubelen Gloria' kan ik niet anders dan vanwege Gloria, de film noir, aan John Cassavetes denken, de man aan wie ik een aantal posthume poëtische brieven schreef. In Anzegem waar de afgebrande kerk een zo pijnlijk-desolate impressie
achterlaat (“als het skelet van een mens”), laat ik mij fotograferen bij de
gedenkplaat aan het geboortehuis van Aurèle Vandendriessche. De jongeman
aan wie ik vraag om voor mij het particuliere kiekje te maken, zet zijn meest
vertwijfelde blik ooit op. De vraagtekens springen, als dat al kan, uit zijn gemaskerd gezicht vandaan.
Aurèle Wie? Ja, Aurèle Vandendriessche, de atleet die meer dan een halve eeuw
geleden niet één maar twee keer de
marathon van Boston wist te winnen. Een Streuveliaanse prestatie vind ik dat
nog altijd.
Samen met M. die mij op zaterdagmiddag gezelschap komt
houden wandel ik van de Waashoek tot aan het huis Ten Berghe van Valerius de
Saedeleer. Van op afstand groeten we, bijna al aan het Sint-Arnolduspark in
Tiegem gekomen, onze jazz- en kunstvrienden Mieke en Richard van de fruithoeve Dôlage…
Zo zonde dat dat van op afstand moet! Want daar zijn ze weer volop in ons
gezelschap: die kwaaie Tante Corona en die Slissende Nonkel Covid met zijn
bijzonder kwalijke afdronk! Op de Tiegemse tegelpaden die nauwelijks een man
breed zijn, zijn wij tot onze verbazing zowat de enigen die naar ons mondmasker grijpen… Er
hangt voorwaar een schaduw over mijn Lijsternest-verblijf.
Hier aangekomen in volle tweede lockdown merk ik hoe
het Faliekante Virus, zoals elk ander dorp ook Ingooigem - Yvegem voor de
vrienden - heeft geparalyseerd. Voor mij is er dan ook (voorlopig) geen
verpozing weggelegd achter een koffie in d’Halve Maan, geen etentje in de
Welriekende Dreef… Geen bezoek aan de gesloten ‘papieren’ dorpskerk zoals men
die soms vanwege haar lichtinval wel 's wil omschrijven… Geen afstandsloze en gemoedelijke gesprekken met de inwoners. Over
Streuvels, Sep Vanmarcke en andere dingen… Niet eens een hand te kunnen geven aan de
verantwoordelijke jongens hier die in die korte tijd mijn vrienden
zijn geworden. Het is me wat!
#Blauwenotities #demanmetdeleesbril #erziteenStijntjeinmijnschoen #hetlandvanstreuvels