zondag 13 december 2020

Het Land van Streuvels - Dag 7



 

 

 





























Dagen in het Streuvelshuis - Dag 7.
(zondag 15 november 2020)



 

De veelheid van de velen.

Lezen. Lectuur. Literatuur… Alles wat los en vast zit, zonder veel nadenken, onbevangen zoals toen je jong was, dat is er vandaag allang niet meer bij. Als ik thuis voor de boekenkast sta weet ik dat mij enkel nog de tijd gegeven is om nog maar een minuscule fractie van wat we hebben staan, ooit ook nog effectief te kunnen lezen. Is dat erg? Is dat geen licht of zwaar deprimerende gedachte om mee om te gaan? Neen, dat is het wat mij betreft niet. Want eerlijk, voor mij is de “embarras du choix”, de veelheid van de velen, eerder een pluspunt dan dat die tot leesverlamming leidt. De daad die bij mij aan het eind (en aan het begin) van de lijn van tel is, is het liefkozend voor de kasten te staan en de hand te mogen volgen die zomaar voor het pure plezier een boek uit de rekken haalt. Niet jij bent het, het is de hand die kiest voor jou! Bij de proza-afdeling de passages of integraal de boeken. Bij de poëzie: de verblindende verzen. En dan: lezen! Te mogen lezen!

Eigenlijk ben ik wel benieuwd hoe dat bij de Heer Streuvels in zijn werk ging. Zijn bibliotheek is zegmaar ‘meer dan aanzienlijk’. En dat is uiteraard een understatement. Elke avond in het Huis ga ik de wanden langs. Stel, zo zegt een stem plots, stel dat je hier zomaar ’s iets mocht kiezen. Nee, niet iets scheef slaan, dat hoort niet… Maar iets kiezen, stel dat je iets mag meenemen… Iets kleins maar. Wel kijk. In dat geval kom ik uit bij een boekje dat hier in de afdeling van de Franse boeken staat en waarbij ik niet lang zou moeten twijfelen. Het is iets van of beter het is iets dat gericht is aan Jean Cocteau, een van mijn all time favorites- auteurs waarvan ik, zeker sinds ik in september van 2012 in Menton in zijn museum stond, niet alles maar toch veel zou willen hebben. Het zijn de brieven van Max Jacob die hij schreef aan Cocteau: “Lettres de Max Jacob à Jean Cocteau (1919 – 1944)”. “Alleraardigst boekje vind ik dat!” Als het nu ‘s mocht…

Maar niet alleen in het Het Streuvelshuis staan mooie dingen. In de Residentie hebben zij die mij hier zijn voorgegaan een aantal van hun boeken achtergelaten… Prachtige avond- en nachtlectuur! Het komt voorwaar goed uit dat de tv het hier niet doet. Zij die mij hier zijn voorgegaan? Anne Provoost, Kristien Hemmerechts, Annemarie Estor… Elisabeth Marain en de eerder al genoemde Marc Reugebrink. Koen Peeters, Gaea Schoeters, Monika van Paemel, Bart Van Loo, Peter Mangel Schots, Geert Jan Beeckman, Joris Iven… Mijn vrienden Patrick Cornillie en Koen D’haene… En ik vergeet nog veel andere schrijvers en dichters die hier hebben geresideerd. Hun boeken en bundels verleiden mij. Mooie bladzijden zijn hier geschreven die opgenomen zijn in de boeken die hier ter beschikking van de residenten staan. Vooreerst is er bijvoorbeeld die Art Paper Editie uit 2017 ‘Geen dag zonder lijn – Not a day without a line’ van Bart Janssen, Koen Peeters en Dirk Zoete. Het bekende Streuvelsdevies “Nulla dies sine linea” en de roman ‘Langs de wegen’ heeft hen méér dan wat geïnspireerd… 


Inspiratie… Nooit gedacht dat een oude en in de tijd verblekende auteur als Streuvels (sommigen wagen het om hem een oude krokodil te noemen, de halshoofden) voor zoveel inspiratie kon zorgen… Als je al die mooie opdrachten leest die hier in de boeken van de vroegere residenten staan, wordt dat pas hélemaal duidelijk. Zo schrijft Monika van Paemel in haar opdracht in 'De koningin van Sheba':"In het Lijsternest, voor het raam waar uitzicht literatuur is." (9/11/2015). Bart Van Loo bedankt in zijn Napoleon-boek voor de gastvrijheid: "Au plaisir de se revoir'(27/11/2017). Luuk Gruwez is de uitvoerigste: in 'De maand van Marie': "Het is nog niet de maand van Marie waarin ik dit schrijf, maar hoewel het pas maart is, lijkt het op sommige dagen al mei. Laat de begenadigde bakker zijn beschermende hand in elk geval boven alle residenten houden die hier nog zullen verblijven." (9/3/2015).

Ellen van Pelt die dit najaar met 'Deze wereld is geen ergernis waard' voor de langverwachte biografie van Roger Van de Velde zorgt, schrijft in haar opdracht in haar debuut 'Drift': "Voor Jurgen & Thomas.Toen tijdens mijn eerste nacht in de schuur het licht in het Streuvelshuis plots aanfloepte, sloeg de schrik me even om het hart. Een defecte lichtsensor of Stijn Streuvels die 's nachts komt spoken. Het is een heerlijke plek hier: de rust, de stilte, de glooiende velden..." (februari 2020). En op de eerste bladzijden van de poëtische verzamelbundel 'Een kier in het rumoer' lees je : "Zoals een vogel nooit voor een gesloten boom staat, zo ook de gastvrijheid van het Lijsternest." (25 oogst 2015). Streuvels zou het graag gelezen hebben. En er zijn er nog veel meer boeken. En opdrachten.

In zijn recente, in de Privé-Domein-reeks verschenen redelijk magistrale boek ‘Het land van de Handen’ schrijft dichter Luuk Gruwez over zijn verblijf hier in oktober van 2016. Mooie en intimistische indrukken die je hier – in dit Land van Deerlijk en omstreken - bijzonder goed herkent. Ook zijn opdracht in zijn boek is een van de mooiste die ik hier zal aantreffen.

"Voor allen die handen hebben waarmee ze hier komen schrijven in de hoop dat – vaak tegen beter weten in - geschiedenis eeuwigheid wordt." Het is een wens die kan tellen!

Overigens is het hier in de Residentenstudio goed slapen. Het donsdeken zit in een hoes waarop ‘Alida’ een recent gedicht van Luuk Gruwez prijkt. Een definitieve hulde aan de vrouw achter de schrijver.

(P.R.)


#maxjacob #jeancocteau #koenpeeters #bartjanssen  #dirkzoete  #luukgruwez  #demanmetdeleesbril #hetlandvanstreuvels
 


 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten